Als je moeder ook een huisarts is. En een uurtje les mag geven in groep drie. We pakken de dokterstas uit. Ik leg uit welke medicijnen we standaard bij ons hebben en laat de bijbehorende pillen zien „Ja”, roept het vriendinnetje van mijn zoon, „En als je de hele dag een feestje hebt neem je zo’n groen pilletje!” Hm. Bij het beademingsmasker roept een ander kindje enthousiast dat zijn vader die ook heeft omdat hij snurkt. De les eindigt met een treurig ogend kindje dat voor zich uit mijmert dat je dood gaat als je te veel pillen neemt, net als Michael Jackson. Ik weet het niet na dat uurtje. Misschien betekent een dokter voor kleuters toch iets anders dan ik me had voorgesteld. Maar ik heb in ieder geval de ouders uit de klas van mijn kind beter leren kennen.
Daarom hou ik zo van Bertje! Zit geen kwaad bij die jongen.
Over het kwaad gesproken, het om aandacht zeurende kwaad. Het besef dat je wist dat zou komen: dat eeuwig om aandacht zeurende kwaad kunnen we missen als kiespijn 🙂
Heeft iemand van jullie een mening over het waarheidsgehalte van het ikje? Ik neem niet aan dat de schrijfster álles uit haar duim zuigt, maar zesjarige kinderen die met dergelijke opmerkingen komen….ik waag het toch te betwijfelen. Of zou het verschil tussen bv. stadskinderen en dorpskinderen zo groot zijn? Heeft iemand ervaring met kleinkinderen van die leeftijd?
Carl Sagan in gedachte: “buitengewone Ikjes vereisen buitengewoon bewijs“.
Dat Michelle huisarts is en een uurtje lesgeeft in groep 3, is niet buitengewoon, dat neem ik direct aan. Dat een kind een beademingsmasker ziet en dan enthousiast roept dat haar vader ook zo’n ding gebruikt, lijkt me niet buitengewoon. Een kind van zes dat mijmert: “dat je dood gaat als je te veel pillen neemt, net als Michael Jackson”, dat is wel buitengewoon, daar zou ik buitengewoon bewijs voor willen zien.
Irritante openingszin overigens om aan te geven dat je moeder en huisarts bent: “Als je moeder ook een huisarts is“.
Geen ervaring met kleinkinderen (of kinderen) en ik vind het lastig te beoordelen of dit waargebeurd is, aangedikt, of keihard gelogen. Ik geloof het direct als het het laatste blijkt te zijn, maar ja, hoe kom je daar achter?
Tijdens een wedstrijdje matchplay op de golfclub sla ik mijn bal in het water naast de vlag van de 14de. Dat is zuur, want op deze manier verlies ik waarschijnlijk deze hole. Terwijl ik ernaartoe loop zie ik een forse zeemeeuw een duikje maken. Hij komt boven met mijn bal in zijn snavel, vliegt het gras op en legt hem daar neer. Hij beseft dat hij zich in de eetbaarheid heeft vergist en gaat op zoek naar iets anders. De meeuw kijkt mij, denk ik, nog even bemoedigend aan. Dankbaar speel ik de bal richting vlag. Tegenstander Hanneke wijst mij er echter fijntjes op dat ik een strafslag krijg. Meeuw of geen meeuw, water is water.
In Bamako, de hoofdstad van Mali, namen mijn man en ik een lange-afstand-taxi: zo’n Peugeot 504 Estate, volgepropt met elf passagiers. Het is warm. Het is druk op de weg. De chauffeur rijdt vreselijk hard. Mijn man vraagt me hoe je in het Frans vraagt of hij niet wat rustiger kan rijden. Ik zeg dat ik dat niet weet, want ik wil niet dat hij de chauffeur afleidt. Even is hij stil, dan zegt hij luid: „Lentement! Si’l vous plait! Je veut pas mourir!”
De chauffeur schiet in de lach en zonder vaart te minderen kijkt hij achterom om te zien wie dit zei.
Terwijl ik in een restaurant de ansichtkaarten bekijk die we in het Singer Museum hebben gekocht, vraagt een ouder echtpaar waar we die gekocht hebben. Zo begint het gesprek. Tot en met het nagerecht lukt het ons niet om lekker met zijn tweeën te eten, maar hebben we er een stel tafelgasten bij. Wanneer we later afrekenen, vertelt de restauranteigenaar dat hij altijd gasten bij het bejaarde echtpaar zet: „Dan hebben ze zo’n fijne avond.”
Ik – met mijn 51 jaar al vroeg gezegend met een mooi diepgrijs kapsel – had onverwachts de luxe dat ik mij niet hoefde te haasten voor boodschappen. Alleen nog even een volkorenbrood voor de volgende dag halen. Na de hele dag als communicatieprofessional druk bezig te zijn geweest met alle eigentijdse communicatiemiddelen, stond ik ontspannen te wachten voor de kassa. Toen ik aan de beurt was, keek de caissière me wat meewarig aan en verzekerde ze me dat het met de handscanner uit de muur echt sneller zou gaan dan als ik in de rij bleef staan. Ik antwoordde met een brede glimlach dat ik de tijd had en dat ik menselijk contact zo gezellig vond. Ze greep bemoedigend mijn hand en verzekerde me: „Het is echt niet moeilijk.” Ik voelde me opeens stokoud.
Vandaag is het 21-diner van mijn dochter en ik moet speechen. Ik mijmer over jeugdigheid, over volwassen worden. Ik denk aan iets dat vijftien jaar geleden gebeurde. We logeerden in een huisje aan zee en na een avondwandeling blijkt dat ik de sleutels ben vergeten. Ramen en deuren dicht, geen geld op zak, geen telefoon bij me. Het is laat en het wordt koud. Ik raak in paniek en ga steeds harder lopen, zonder plan. Politie bellen? Ruit inslaan? Ik weet het niet. Dan trekt mijn zesjarige dochter aan mijn arm: „Rustig papa, het komt vast goed.” En net als toen haal ik opgelucht adem, ditmaal omdat ik een thema heb voor mijn speech: sommige mensen worden wijs geboren terwijl anderen nooit volwassen zullen zijn.
Feestje
Als je moeder ook een huisarts is. En een uurtje les mag geven in groep drie. We pakken de dokterstas uit. Ik leg uit welke medicijnen we standaard bij ons hebben en laat de bijbehorende pillen zien „Ja”, roept het vriendinnetje van mijn zoon, „En als je de hele dag een feestje hebt neem je zo’n groen pilletje!” Hm. Bij het beademingsmasker roept een ander kindje enthousiast dat zijn vader die ook heeft omdat hij snurkt. De les eindigt met een treurig ogend kindje dat voor zich uit mijmert dat je dood gaat als je te veel pillen neemt, net als Michael Jackson. Ik weet het niet na dat uurtje. Misschien betekent een dokter voor kleuters toch iets anders dan ik me had voorgesteld. Maar ik heb in ieder geval de ouders uit de klas van mijn kind beter leren kennen.
Michelle van Tongerloo
LikeLike
Groep 3? Kinderen van 6 jaar? Ik kan het nauwelijks geloven en hoop eigenlijk dat het niet waar is…
Vandaag word ik al 21 volgens Roos. Maar ik voel me heel veel ouder…;-)
LikeGeliked door 1 persoon
Maximaal 52… daarom beter jezelf Dag noemen, Heb je vandaag al de respectabele leeftijd van 140 bereikt 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Welke leeftijd dan ook: als je jarig bent, gefeliciteerd, Week/Dag 1!
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel, Luvienna, maar ik heb besloten m’n “eigen” naam weer aan te nemen. Klinkt toch gezelliger!
LikeGeliked door 1 persoon
Ik dacht dat die dag nooit zou komen, maar hij is dáár Indra!!
LikeGeliked door 1 persoon
Hoe was het ook weer, hannah? “De dag die je wist dat zou komen…” of iets dergelijks?
LikeGeliked door 1 persoon
Jippie!
LikeLike
Indra! Wat een verrassing!! 😀
LikeGeliked door 1 persoon
Echt waar, Bertje? Ik was een poosje incognito, maar deze naam klinkt toch prettiger..
LikeLike
Ja voor mij wel, ik had niets door, i.t.t. snuggere Ad
LikeLike
Daarom hou ik zo van Bertje! Zit geen kwaad bij die jongen.
Over het kwaad gesproken, het om aandacht zeurende kwaad. Het besef dat je wist dat zou komen: dat eeuwig om aandacht zeurende kwaad kunnen we missen als kiespijn 🙂
LikeLike
Geen verrassing, maar het klinkt wel wat vertrouwder.
LikeLike
Heeft iemand van jullie een mening over het waarheidsgehalte van het ikje? Ik neem niet aan dat de schrijfster álles uit haar duim zuigt, maar zesjarige kinderen die met dergelijke opmerkingen komen….ik waag het toch te betwijfelen. Of zou het verschil tussen bv. stadskinderen en dorpskinderen zo groot zijn? Heeft iemand ervaring met kleinkinderen van die leeftijd?
LikeLike
Carl Sagan in gedachte: “buitengewone Ikjes vereisen buitengewoon bewijs“.
Dat Michelle huisarts is en een uurtje lesgeeft in groep 3, is niet buitengewoon, dat neem ik direct aan. Dat een kind een beademingsmasker ziet en dan enthousiast roept dat haar vader ook zo’n ding gebruikt, lijkt me niet buitengewoon. Een kind van zes dat mijmert: “dat je dood gaat als je te veel pillen neemt, net als Michael Jackson”, dat is wel buitengewoon, daar zou ik buitengewoon bewijs voor willen zien.
Irritante openingszin overigens om aan te geven dat je moeder en huisarts bent: “Als je moeder ook een huisarts is“.
LikeLike
Geen ervaring met kleinkinderen (of kinderen) en ik vind het lastig te beoordelen of dit waargebeurd is, aangedikt, of keihard gelogen. Ik geloof het direct als het het laatste blijkt te zijn, maar ja, hoe kom je daar achter?
LikeLike
zo
LikeLike
het ikje verhaalt over kinder opmerkingen…de concluxie radart de ouders…tralala
LikeLike
Apport
Tijdens een wedstrijdje matchplay op de golfclub sla ik mijn bal in het water naast de vlag van de 14de. Dat is zuur, want op deze manier verlies ik waarschijnlijk deze hole. Terwijl ik ernaartoe loop zie ik een forse zeemeeuw een duikje maken. Hij komt boven met mijn bal in zijn snavel, vliegt het gras op en legt hem daar neer. Hij beseft dat hij zich in de eetbaarheid heeft vergist en gaat op zoek naar iets anders. De meeuw kijkt mij, denk ik, nog even bemoedigend aan. Dankbaar speel ik de bal richting vlag. Tegenstander Hanneke wijst mij er echter fijntjes op dat ik een strafslag krijg. Meeuw of geen meeuw, water is water.
Rob Perik
LikeLike
Na ‘… legt hem daar neer’ had het mogen stoppen.
LikeLike
Het had van mij nog wel eerder mogen stoppen 🙂
LikeLike
De eerste zin was inderdaad de leukste
LikeLike
Ik vind eigenlijk alleen de titel leuk en die Hanneke humorloos met haar strafslag!
LikeLike
Hanneke is Rob’s vrouw, dacht ik, …
LikeLike
Ja inderdaad Ad, en ze wonen in Wassenaar zag ik. Je hebt daar mooie golfbanen, zag ik ook 😉
LikeLike
Is dat zo? 😉
LikeLike
en meeuwen, heb ik begrepen …
LikeLike
Showmeeuwen. :-p
LikeLike
Een meeuw die mij bemoedigend aankijkt…wat zou ik die graag tegenkomen in mijn gecompliceerde leven, haha!
LikeGeliked door 1 persoon
Laatst tikte een roodborstje tegen mijn raam en tjilpte “kop op Hannah”!
LikeGeliked door 1 persoon
😄
LikeLike
Afleiding
In Bamako, de hoofdstad van Mali, namen mijn man en ik een lange-afstand-taxi: zo’n Peugeot 504 Estate, volgepropt met elf passagiers. Het is warm. Het is druk op de weg. De chauffeur rijdt vreselijk hard. Mijn man vraagt me hoe je in het Frans vraagt of hij niet wat rustiger kan rijden. Ik zeg dat ik dat niet weet, want ik wil niet dat hij de chauffeur afleidt. Even is hij stil, dan zegt hij luid: „Lentement! Si’l vous plait! Je veut pas mourir!”
De chauffeur schiet in de lach en zonder vaart te minderen kijkt hij achterom om te zien wie dit zei.
Kathinka Wigglesworth
LikeLike
En toen de chauffeur dat deed knalde hij ergens tegenaan, alle inztittenden gedood?
LikeLike
Behalve Kathinka, denk ik 😉
LikeLike
Welnee joh, die spreekt, pardon: schrijft, vanuit het hiernamaals.
LikeLike
Kathinka had vast geen Frans in haar pakket;-)
LikeGeliked door 1 persoon
Of ze schreef het goed op, maar de uitspraak van haar man was niet je van het 😉
LikeLike
In dat geval had de ikjes-redacteur of redactrice het Frans niet in zijn/haar pakket.
LikeLike
Samen eten
Terwijl ik in een restaurant de ansichtkaarten bekijk die we in het Singer Museum hebben gekocht, vraagt een ouder echtpaar waar we die gekocht hebben. Zo begint het gesprek. Tot en met het nagerecht lukt het ons niet om lekker met zijn tweeën te eten, maar hebben we er een stel tafelgasten bij. Wanneer we later afrekenen, vertelt de restauranteigenaar dat hij altijd gasten bij het bejaarde echtpaar zet: „Dan hebben ze zo’n fijne avond.”
Jeannette Kuijpers
LikeLike
Alle tijd
Ik – met mijn 51 jaar al vroeg gezegend met een mooi diepgrijs kapsel – had onverwachts de luxe dat ik mij niet hoefde te haasten voor boodschappen. Alleen nog even een volkorenbrood voor de volgende dag halen. Na de hele dag als communicatieprofessional druk bezig te zijn geweest met alle eigentijdse communicatiemiddelen, stond ik ontspannen te wachten voor de kassa. Toen ik aan de beurt was, keek de caissière me wat meewarig aan en verzekerde ze me dat het met de handscanner uit de muur echt sneller zou gaan dan als ik in de rij bleef staan. Ik antwoordde met een brede glimlach dat ik de tijd had en dat ik menselijk contact zo gezellig vond. Ze greep bemoedigend mijn hand en verzekerde me: „Het is echt niet moeilijk.” Ik voelde me opeens stokoud.
A.Kneppers
LikeLike
Mag ik een bakje?
LikeLike
Geef mij maar een bak!
LikeGeliked door 1 persoon
Volwassen
Vandaag is het 21-diner van mijn dochter en ik moet speechen. Ik mijmer over jeugdigheid, over volwassen worden. Ik denk aan iets dat vijftien jaar geleden gebeurde. We logeerden in een huisje aan zee en na een avondwandeling blijkt dat ik de sleutels ben vergeten. Ramen en deuren dicht, geen geld op zak, geen telefoon bij me. Het is laat en het wordt koud. Ik raak in paniek en ga steeds harder lopen, zonder plan. Politie bellen? Ruit inslaan? Ik weet het niet. Dan trekt mijn zesjarige dochter aan mijn arm: „Rustig papa, het komt vast goed.” En net als toen haal ik opgelucht adem, ditmaal omdat ik een thema heb voor mijn speech: sommige mensen worden wijs geboren terwijl anderen nooit volwassen zullen zijn.
Rein Everard
LikeLike
Hierover twijfel ik. Het heeft een bepaald meh-gehalte, maar is dat groot genoeg om ‘meh’ te zeggen?
LikeLike
Meh. Geen telefoon bij me… wie moet je dan bellen. Juist, de politie! Kijk eens mama, met zonder telefoon… dus: MEH.
LikeLike
Oke, je hebt me overtuigd. MEH
LikeLike