Ik loop met een winkelwagen door de Lidl. Het einde van het gangpad wordt plots geblokkeerd door twee jonge medewerkers die met elkaar in gesprek raken. Normaal was ik daar gewoon langs gereden, maar vanwege de anderhalvemeterregel blijf ik beleefd even wachten. Na een tijdje lijken de twee me nog niet door te hebben en vraag ik beleefd: „Zou ik er even langs mogen?” Het meisje werpt me een boze blik toe: „Vind je me dik ofzo?”
Een mooie najaarsdag in september 1970. Fluitend ben ik op weg naar het Amstelstation. Daar arriveert de trein uit Rotterdam met stapels NRC’s. Eén zo’n stapel is voor mij. Ik zal van de Waalstraat tot de Beethovenstraat 78 kranten gaan bezorgen.
In het bagagedepot van het station slaat de stemming om. De chef is er ook. We krijgen te horen dat de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen Handelsblad met een gezamenlijke krant komen. De bezorging van ‘mijn’ klantjes wordt voortaan gedaan door de Handelsblad-jongens. Weg zakcentjes. Toch wel een tikje.
Het is een schrale troost dat sindsdien met de zinsnede „jaargang …, no. …” mijn ontslag altijd voorpaginanieuws is gebleven.
Op de terugreis van een werkvakantie in Frankrijk strijk ik voor een tussenstop neer in de Belgische Ardennen. Het fraaie stadje verandert ’s avonds in één grote vreetschuur waar je lastig aan bod komt. Al helemaal als eenling; men wenst uitsluitend stellen of gezinnen een plaatsje te bieden. Na enkele keren te hebben botgevangen, ben ik het beu. „Mijn man is onderweg, maar heeft een lekke band”, meld ik bij een pizzeria. Begripvol word ik direct naar een tafeltje verwezen waar ik alvast bestel ‘in afwachting van mijn man’. In alle rust ga ik uitgebreid zitten eten. Soms raadpleeg ik even mijn telefoon: waar blíjft die man toch?
Ik wil zonder mondkapje de winkel in maar ik word tegengehouden.
‘Mijn man is binnen en heeft mijn mondkapje bij zich,’ zeg ik.
Begripvol word ik binnengelaten. ‘Ik zoek hem meteen op, hoor!’
Terwijl ik mijn boodschappenmandje vul kijk ik zo nu en dan zoekend rond. Waar is die man toch?
Apetrots vul ik als Amstelveense scholier, 50 jaar geleden, mijn fietstassen met de nieuwe prachtkrant. ‘Het’ Handelsblad NRC in de linkertas en ‘de’ NRC Handelsblad in de rechter. Het eerste exemplaar is met 32 pagina’s (64 op het huidige formaat) veel dikker dan zijn voorgangers: het Algemeen Handelsblad (voor de 020-lezers) en de Nieuwe Rotterdamse Courant (voor die uit 010). In mijn dorp is de tweede groep in de minderheid, dus helt mijn fiets naar links. Voor een beter evenwicht verwissel ik er af en toe een paar, tot woede (en zelfs opzegging) van sommige lezers. Ook al maakt het voor de inhoud geen moer uit.
Als de ene dikker is dan de andere, hoe kan de inhoud dan identiek zijn? Tenminste, ik neem aan dat Kees dat bedoelt met ‘geen moer uitmaken’. Meer of minder advertenties (is ook inhoud)? Of heeft de ene grotere letters dan de andere?
Om de oorspronkelijke abonnees van de fuserende kranten aan de fusie te laten wennen bestonden de eerste tijd twee edities: NRC Handelsblad met een speciale pagina Rotterdams nieuws en Handelsblad NRC (1970-1972), waarin een Amsterdamse pagina was opgenomen.
Eerste try-out van een toneelstuk. We zitten al vroeg in de zaal, op gepaste afstand, huishoudens ruim gescheiden. Aan een alleen zittende dame wordt gevraagd of ze toch niet liever naast haar verderop zittende man wil zitten, want dat kan. „Nee hoor, alsjeblieft niet, ik zit liever hier, hij is namelijk de regisseur en even niet te harden.”
Dat weet Ferdinand niet. Dat hoort hij iemand vragen: of ze niet liever naast haar verderop zittende man wil zitten. Dus helemaal geen ikje, maar een afluistertje.
Uiteraard niet. Ik zou alleen anekdotes insturen die echt mezelf betreffen en dan nog geestig zijn ook. Dus stuur ik niks in, want zo grappig is mijn leven niet! 😉
Ik heb niets tegen een afgeluisterd, grappig verhaaltje, maar dan moet de term “ikje” verdwijnen, aangezien het niet meer gaat om een belevenis van de schrijver/schrijfster.
Het is weer tijd voor de griepprik. In de wachtrij bij de dokter staat een hoogbejaarde man anderhalve meter voor mij, leunend op zijn stok. De doktersassistente, gekleed in een maanpak, roept naar hem dat hij aan de beurt is. Hij schuifelt naar voren en begroet haar bij naam. „U herkent me gewoon ondanks dit gekke pak!”, zegt ze verbaasd. „Natuurlijk”, antwoordt de bejaarde man, „ik dacht direct bij binnenkomst: daar is ze, die knappe assistente!” Ze giechelt. „Weet je”, verzucht de bejaarde man, „de tijden zijn misschien veranderd, maar de mensen niet.”
Lidl
Ik loop met een winkelwagen door de Lidl. Het einde van het gangpad wordt plots geblokkeerd door twee jonge medewerkers die met elkaar in gesprek raken. Normaal was ik daar gewoon langs gereden, maar vanwege de anderhalvemeterregel blijf ik beleefd even wachten. Na een tijdje lijken de twee me nog niet door te hebben en vraag ik beleefd: „Zou ik er even langs mogen?” Het meisje werpt me een boze blik toe: „Vind je me dik ofzo?”
Vera Broek
LikeLike
Superbeleefd.
LikeLike
Tikje
Een mooie najaarsdag in september 1970. Fluitend ben ik op weg naar het Amstelstation. Daar arriveert de trein uit Rotterdam met stapels NRC’s. Eén zo’n stapel is voor mij. Ik zal van de Waalstraat tot de Beethovenstraat 78 kranten gaan bezorgen.
In het bagagedepot van het station slaat de stemming om. De chef is er ook. We krijgen te horen dat de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen Handelsblad met een gezamenlijke krant komen. De bezorging van ‘mijn’ klantjes wordt voortaan gedaan door de Handelsblad-jongens. Weg zakcentjes. Toch wel een tikje.
Het is een schrale troost dat sindsdien met de zinsnede „jaargang …, no. …” mijn ontslag altijd voorpaginanieuws is gebleven.
Wim Koster
LikeLike
Waar blijft hij?
Op de terugreis van een werkvakantie in Frankrijk strijk ik voor een tussenstop neer in de Belgische Ardennen. Het fraaie stadje verandert ’s avonds in één grote vreetschuur waar je lastig aan bod komt. Al helemaal als eenling; men wenst uitsluitend stellen of gezinnen een plaatsje te bieden. Na enkele keren te hebben botgevangen, ben ik het beu. „Mijn man is onderweg, maar heeft een lekke band”, meld ik bij een pizzeria. Begripvol word ik direct naar een tafeltje verwezen waar ik alvast bestel ‘in afwachting van mijn man’. In alle rust ga ik uitgebreid zitten eten. Soms raadpleeg ik even mijn telefoon: waar blíjft die man toch?
Dorine Steenbergen
LikeLike
Ik wil zonder mondkapje de winkel in maar ik word tegengehouden.
‘Mijn man is binnen en heeft mijn mondkapje bij zich,’ zeg ik.
Begripvol word ik binnengelaten. ‘Ik zoek hem meteen op, hoor!’
Terwijl ik mijn boodschappenmandje vul kijk ik zo nu en dan zoekend rond. Waar is die man toch?
LikeGeliked door 1 persoon
Luvienna: LOL!
LikeLike
😀
LikeLike
Krantenwijk
Apetrots vul ik als Amstelveense scholier, 50 jaar geleden, mijn fietstassen met de nieuwe prachtkrant. ‘Het’ Handelsblad NRC in de linkertas en ‘de’ NRC Handelsblad in de rechter. Het eerste exemplaar is met 32 pagina’s (64 op het huidige formaat) veel dikker dan zijn voorgangers: het Algemeen Handelsblad (voor de 020-lezers) en de Nieuwe Rotterdamse Courant (voor die uit 010). In mijn dorp is de tweede groep in de minderheid, dus helt mijn fiets naar links. Voor een beter evenwicht verwissel ik er af en toe een paar, tot woede (en zelfs opzegging) van sommige lezers. Ook al maakt het voor de inhoud geen moer uit.
Kees de Jong
LikeLike
Als de ene dikker is dan de andere, hoe kan de inhoud dan identiek zijn? Tenminste, ik neem aan dat Kees dat bedoelt met ‘geen moer uitmaken’. Meer of minder advertenties (is ook inhoud)? Of heeft de ene grotere letters dan de andere?
LikeGeliked door 1 persoon
Dikker in vergelijking met de voorgangers.
Om de oorspronkelijke abonnees van de fuserende kranten aan de fusie te laten wennen bestonden de eerste tijd twee edities: NRC Handelsblad met een speciale pagina Rotterdams nieuws en Handelsblad NRC (1970-1972), waarin een Amsterdamse pagina was opgenomen.
LikeLike
Geen losse pagina? Dan is de inhoud toch nog steeds niet hetzelfde?
LikeLike
Kees zegt niet dat de ene dikker is dan de andere, maar dat de nieuwe combinatiekrant veel dikker is dan zijn individuele voorgangers.
LikeGeliked door 1 persoon
Ach so, danke schön, Herr Hok!
LikeLike
De rien, Madame Luvienna.
LikeLike
😀
LikeLike
Try-out
Eerste try-out van een toneelstuk. We zitten al vroeg in de zaal, op gepaste afstand, huishoudens ruim gescheiden. Aan een alleen zittende dame wordt gevraagd of ze toch niet liever naast haar verderop zittende man wil zitten, want dat kan. „Nee hoor, alsjeblieft niet, ik zit liever hier, hij is namelijk de regisseur en even niet te harden.”
Ferdinand Hoogewoud
LikeLike
Best aardig Ikje, maar hoe weet Ferdinand dat die man verderop haar man is?
LikeLike
Dat weet Ferdinand niet. Dat hoort hij iemand vragen: of ze niet liever naast haar verderop zittende man wil zitten. Dus helemaal geen ikje, maar een afluistertje.
LikeLike
Zou jij het naar de krant hebben opgestuurd?
LikeLike
Uiteraard niet. Ik zou alleen anekdotes insturen die echt mezelf betreffen en dan nog geestig zijn ook. Dus stuur ik niks in, want zo grappig is mijn leven niet! 😉
LikeLike
Daar sluit ik me bij aan, zo grappig is het allemaal niet maar wat is er eigenlijk tegen een afluister-ikje?
Ik hoorde laatst een meisje heel trots zeggen: ik zit op de Anne Frankschool en ik zit op de plaats van Anne Frank. Dat mag je toch wel doorvertellen?
LikeLike
Ik heb niets tegen een afgeluisterd, grappig verhaaltje, maar dan moet de term “ikje” verdwijnen, aangezien het niet meer gaat om een belevenis van de schrijver/schrijfster.
LikeGeliked door 1 persoon
Prik
Het is weer tijd voor de griepprik. In de wachtrij bij de dokter staat een hoogbejaarde man anderhalve meter voor mij, leunend op zijn stok. De doktersassistente, gekleed in een maanpak, roept naar hem dat hij aan de beurt is. Hij schuifelt naar voren en begroet haar bij naam. „U herkent me gewoon ondanks dit gekke pak!”, zegt ze verbaasd. „Natuurlijk”, antwoordt de bejaarde man, „ik dacht direct bij binnenkomst: daar is ze, die knappe assistente!” Ze giechelt. „Weet je”, verzucht de bejaarde man, „de tijden zijn misschien veranderd, maar de mensen niet.”
Linda van Deventer- van Reenen
LikeLike