Het nieuws over het codewoord voor huiselijk geweld (‘Masker 19’) doet mij denken aan mijn studentenbaantje als portier bij de zij-ingang van de schouwburg. De mevrouw van de kassa annex boekwinkel belde en vroeg of de NRC al geleverd was. Ik zei dat ik het niet wist. Ze herhaalde haar vraag dringend en eiste daarna dat ik het de directeur zou vragen. Ik belde naar de directeur maar de adjunct nam op. Zij antwoordde geërgerd dat zij niet over de levering van de NRC ging. Op de achtergrond hoorde ik de directeur plots zeggen: „De NRC, jezus!” Hij nam de hoorn en zei: „Ik kom eraan, bel de politie. Het is een overval!”
Het was al best druk in het tuincentrum op maandagochtend. Daarom deed ik mijn zelfgemaakte bloemetjesmondkapje – patroon uit NRC – op. Ik ging op zoek naar biopotgrond voor mijn balkonbonen. Onderweg vroeg een mevrouw, ook 65-plus, waar ik dat leuke mondkapje gekocht had. „Huisvlijt”, was mijn trotse antwoord. „Die winkel ken ik niet”, reageerde ze.
Dinsdag liep ik langs een ijskraam waar de klanten keurig op anderhalve meter afstand stonden, gescheiden door middel van kleurrijke bloempotjes met daarin een bordje met ‘1,5’.
Een moeder bestelt voor haar dochters een ijsje.
Dan zegt ze: „Goh, wat een leuke bloempotjes trouwens, doe mij er daar ook maar twee van. Is toch een koopje, 1 euro 50!”
Op sommige dagen met meer tegenzin dan op andere zet mijn zoon van acht zich aan zijn schoolwerk. Om het af te krijgen zit ik hem flink achter de broek. Dit overigens met wisselend succes. Aan het eind van de ochtend laat hij trots zijn werk zien, dit keer zelfstandig gemaakt. Ik lees het door en zie een invuloefening waarbij gegeven beroepen in een zin geschreven dienen te worden. Er staat een rijtje van zo’n tien beroepen: bakker, meester, schilder, kapper, moeder… Hij heeft ingevuld: ‘We krijgen brood van de bakker. Ons haar wordt geknipt door de kapper. We krijgen les van de moeder.’
Codewoord
Het nieuws over het codewoord voor huiselijk geweld (‘Masker 19’) doet mij denken aan mijn studentenbaantje als portier bij de zij-ingang van de schouwburg. De mevrouw van de kassa annex boekwinkel belde en vroeg of de NRC al geleverd was. Ik zei dat ik het niet wist. Ze herhaalde haar vraag dringend en eiste daarna dat ik het de directeur zou vragen. Ik belde naar de directeur maar de adjunct nam op. Zij antwoordde geërgerd dat zij niet over de levering van de NRC ging. Op de achtergrond hoorde ik de directeur plots zeggen: „De NRC, jezus!” Hij nam de hoorn en zei: „Ik kom eraan, bel de politie. Het is een overval!”
Jeroen Croes
LikeLike
Die zag je natuurlijk al van mijlenver aankomen, maar toch leuk.
LikeGeliked door 1 persoon
Drama
Zoon van 13 bijna 14 ligt op het bed van zijn vader, een laptop op zijn schoot. „Zo,” zegt de vader, „wat ben je aan het doen?”
„Een boek aan het lezen voor school”, antwoordt de zoon.
„Een boek aan het lezen? Wat goed! Gewoon op je laptop? Handig zeg. Wat voor soort boek?”
Zoon kijkt vader vragend aan.
„Is het een roman, een thriller, sciencefiction of gaat het over de oorlog…?”
„Het is een drama”, antwoordt de zoon moedeloos.
Marien Croiset-van Beek
LikeLike
Zó op het bed van zijn vader!
LikeGeliked door 1 persoon
Huisvlijt
Het was al best druk in het tuincentrum op maandagochtend. Daarom deed ik mijn zelfgemaakte bloemetjesmondkapje – patroon uit NRC – op. Ik ging op zoek naar biopotgrond voor mijn balkonbonen. Onderweg vroeg een mevrouw, ook 65-plus, waar ik dat leuke mondkapje gekocht had. „Huisvlijt”, was mijn trotse antwoord. „Die winkel ken ik niet”, reageerde ze.
Annelies Schootemeijer
LikeLike
Was er nou echt geen betere?
LikeGeliked door 1 persoon
Strijken
Het is 5 mei en het gaat schemeren.
Ik zeg tegen mijn vriendin:
„Ik ga zo de vlag strijken.”
Waarop zij zegt:
„Waarom zou je in hemelsnaam de vlag gaan strijken?’
Pio Tulp
LikeLike
Koopje
Dinsdag liep ik langs een ijskraam waar de klanten keurig op anderhalve meter afstand stonden, gescheiden door middel van kleurrijke bloempotjes met daarin een bordje met ‘1,5’.
Een moeder bestelt voor haar dochters een ijsje.
Dan zegt ze: „Goh, wat een leuke bloempotjes trouwens, doe mij er daar ook maar twee van. Is toch een koopje, 1 euro 50!”
Casper van der Meulen
LikeLike
Invuloefening
Op sommige dagen met meer tegenzin dan op andere zet mijn zoon van acht zich aan zijn schoolwerk. Om het af te krijgen zit ik hem flink achter de broek. Dit overigens met wisselend succes. Aan het eind van de ochtend laat hij trots zijn werk zien, dit keer zelfstandig gemaakt. Ik lees het door en zie een invuloefening waarbij gegeven beroepen in een zin geschreven dienen te worden. Er staat een rijtje van zo’n tien beroepen: bakker, meester, schilder, kapper, moeder… Hij heeft ingevuld: ‘We krijgen brood van de bakker. Ons haar wordt geknipt door de kapper. We krijgen les van de moeder.’
Titia Moll
LikeLike