Ik, een jonge feministische vrouw, die graag haar omgeving wijst op (onbewust) seksisme, was vorige zomer werkzaam als arts op de kinder-IC. Ik stel vragen aan een bij ons opgenomen jongetje over zijn klachten en diagnose: „En je huisarts, wat zei hij over je klachten?”
Het jonge patiëntje kijkt me verbaasd aan en reageert verontwaardigd: „Hij? Ook vrouwen kunnen arts worden hoor!”
Evelien Terstappen
Ondertussen bij de buren:
Ja, Bas blijft dromen terwijl zijn blog nu al jaren het moet doen met een vast groepje reageerders. Op zich niets mis mee maar accepteer gewoon hoe het is en tel je zegeningen. Nu is het zo’n bruine kroeg waar de bejaarde stamgasten aan de toog zitten. Heel zo nu en dan stapt er een verdwaalde toerist binnen. De barkeeper opgewonden, overlaadt de toerist met complimentjes maar die is na één biertje weer snel vertrokken. Het leek wel een huiskamer waar hij in terecht was gekomen. Snel verder naar een ander etablissement, café de Jaren zou leuk moeten zijn.
Ik loop in een zomers jurkje met mijn jonge zwarte flatcoated retriever langs een opgebroken straat waar werkmannen aan het overleggen zijn. Als ik voorbij loop, valt het gesprek stil. Half anticiperend op wat ouderwets gefluit, hoor ik één van de mannen zachtjes zeggen: „Zo, dat is echt een mooie hond.”
We bezoeken de expositie van Antony Gormley in Museum Voorlinden. Prachtig. We besluiten te lunchen in de oasetent op het landgoed. Er staat een wachtrij. Voor ons staat een grijsgekuifde man. Hé, Dick Benschop. Na drie minuten stapt hij uit de rij en zegt tegen een dame: „Kom, we kijken of er in het museum een kop koffie is.” Die is er niet, weten wij. Drie dagen later besluit Schiphol alsnog de schade te vergoeden aan mensen die op de luchthavens van Amsterdam en Eindhoven in de rij stonden. Zou dat toeval zijn?
Langzaam varen wij de Oranjesluizen uit richting IJsselmeer. Op zo’n meter of vijftig voor ons vaart het geladen schip waar we net nog naast lagen in de sluis. Geamuseerd kijk ik naar het hondje op het schip dat vrolijk over het achterdek dartelt en omhoog springt tegen het raam van de kombuis. „Die mensen hebben net zo’n hond als wij”, zeg ik tegen mijn vrouw. Maar mijn vrouw heeft de kijker al voor ogen en roept verschrikt: „Dat ís onze hond!”
François Toussaint den Ouden
Ik zag de clou te snel aankomen en las in de gauwigheid: Maar mijn vrouw heeft de lezer al voor ogen en roept verschrikt(…).
Al jaren doe ik regelmatig boodschappen bij de Marokkaanse winkel aan de overkant van de straat. Als de gelegenheid zich voordoet, probeer ik een praatje te maken. Zo vroeg ik de vader van het gezin laatst hoelang hij inmiddels al in Nederland woonde. „Uhm”, antwoorde hij, „sinds 1989.” „Oh,” zei ik verrast, „dat is mijn geboortejaar.” Een korte stilte volgde en de winkelier antwoordde: „Dan wonen wij allebei even lang in Nederland.”
Ierland. Een pub in een klein dorp. Een kleine dikke man blaast rook in mijn gezicht. Soan is zijn naam, hij maakt grafzerken. Zijn huis verwarmt hij met turf. „De regering wil het verbieden vanwege CO2-uitstoot.” Hij gebaart naar de donkere hemel. „Wat denken onze ministers als zij voor een VN-conferentie naar New York vliegen?” Een dunne, bebrilde man groet hem en loopt naar zijn auto. „Die gaat naar Oekraïne, vechten tegen de Russen.” Ik roep de man, maar de auto rijdt al weg. „Hem zien we niet meer terug. Ik zal een mooie steen voor hem maken.”
Feminist
Ik, een jonge feministische vrouw, die graag haar omgeving wijst op (onbewust) seksisme, was vorige zomer werkzaam als arts op de kinder-IC. Ik stel vragen aan een bij ons opgenomen jongetje over zijn klachten en diagnose: „En je huisarts, wat zei hij over je klachten?”
Het jonge patiëntje kijkt me verbaasd aan en reageert verontwaardigd: „Hij? Ook vrouwen kunnen arts worden hoor!”
Evelien Terstappen
Ondertussen bij de buren:
Ja, Bas blijft dromen terwijl zijn blog nu al jaren het moet doen met een vast groepje reageerders. Op zich niets mis mee maar accepteer gewoon hoe het is en tel je zegeningen. Nu is het zo’n bruine kroeg waar de bejaarde stamgasten aan de toog zitten. Heel zo nu en dan stapt er een verdwaalde toerist binnen. De barkeeper opgewonden, overlaadt de toerist met complimentjes maar die is na één biertje weer snel vertrokken. Het leek wel een huiskamer waar hij in terecht was gekomen. Snel verder naar een ander etablissement, café de Jaren zou leuk moeten zijn.
LikeLike
Ikje: Koekje van eigen deeg. :-p
LikeLike
werkmannen
Ik loop in een zomers jurkje met mijn jonge zwarte flatcoated retriever langs een opgebroken straat waar werkmannen aan het overleggen zijn. Als ik voorbij loop, valt het gesprek stil. Half anticiperend op wat ouderwets gefluit, hoor ik één van de mannen zachtjes zeggen: „Zo, dat is echt een mooie hond.”
Esther Zielhuis
LikeLike
Koude douche.
LikeGeliked door 1 persoon
De hond is vast nog geen 40+
LikeGeliked door 1 persoon
Wachten
We bezoeken de expositie van Antony Gormley in Museum Voorlinden. Prachtig. We besluiten te lunchen in de oasetent op het landgoed. Er staat een wachtrij. Voor ons staat een grijsgekuifde man. Hé, Dick Benschop. Na drie minuten stapt hij uit de rij en zegt tegen een dame: „Kom, we kijken of er in het museum een kop koffie is.” Die is er niet, weten wij. Drie dagen later besluit Schiphol alsnog de schade te vergoeden aan mensen die op de luchthavens van Amsterdam en Eindhoven in de rij stonden. Zou dat toeval zijn?
Aad van Cortenberghe
LikeLike
Meh
LikeLike
Hondje
Langzaam varen wij de Oranjesluizen uit richting IJsselmeer. Op zo’n meter of vijftig voor ons vaart het geladen schip waar we net nog naast lagen in de sluis. Geamuseerd kijk ik naar het hondje op het schip dat vrolijk over het achterdek dartelt en omhoog springt tegen het raam van de kombuis. „Die mensen hebben net zo’n hond als wij”, zeg ik tegen mijn vrouw. Maar mijn vrouw heeft de kijker al voor ogen en roept verschrikt: „Dat ís onze hond!”
François Toussaint den Ouden
Ik zag de clou te snel aankomen en las in de gauwigheid: Maar mijn vrouw heeft de lezer al voor ogen en roept verschrikt(…).
LikeLike
En hoe liep het af?
LikeLike
Goed, ongetwijfeld.
Hé, wat leuk, de ikjespaus spreekt zijn zegen uit over de ikjes van deze week!
LikeGeliked door 1 persoon
Boodschap
Al jaren doe ik regelmatig boodschappen bij de Marokkaanse winkel aan de overkant van de straat. Als de gelegenheid zich voordoet, probeer ik een praatje te maken. Zo vroeg ik de vader van het gezin laatst hoelang hij inmiddels al in Nederland woonde. „Uhm”, antwoorde hij, „sinds 1989.” „Oh,” zei ik verrast, „dat is mijn geboortejaar.” Een korte stilte volgde en de winkelier antwoordde: „Dan wonen wij allebei even lang in Nederland.”
Tim Crins
LikeLike
En gelijk heeft-ie.
LikeLike
Grafsteen
Ierland. Een pub in een klein dorp. Een kleine dikke man blaast rook in mijn gezicht. Soan is zijn naam, hij maakt grafzerken. Zijn huis verwarmt hij met turf. „De regering wil het verbieden vanwege CO2-uitstoot.” Hij gebaart naar de donkere hemel. „Wat denken onze ministers als zij voor een VN-conferentie naar New York vliegen?” Een dunne, bebrilde man groet hem en loopt naar zijn auto. „Die gaat naar Oekraïne, vechten tegen de Russen.” Ik roep de man, maar de auto rijdt al weg. „Hem zien we niet meer terug. Ik zal een mooie steen voor hem maken.”
Henk van Middelaar
LikeLike
Gezellig.
En een beetje te veel onnodige zinnen.
LikeGeliked door 1 persoon