Op weg naar het lokaal waar ik moet zijn, loop ik op de basisschool langs een tekenende kleuter.
Druk en geconcentreerd is ze bezig. Ik blijf staan en zeg: „Zo, dat ziet er mooi uit! Wat teken jij, is dat een aap?”
Ze schudt bedeesd haar hoofd en zegt: „Dit is mama.”
Lisette van de Loo
Bas:
“Op weg naar het lokaal waar ik moet zijn …” “Druk en geconcentreerd”. Het wordt weer een moeilijke week voor de literaire liefhebber of zoiets.
Een muziekliefhebber noem je toch ook niet een muzikale liefhebber? Of bedoelt hij een literaire liefhebber van ikjes?
Bas moet trouwens voor zichzelf spreken. Wat hij ook bedoelt, ík ga geen moeilijke week tegemoet. Hoor je me Bas?
Hier het verzameld commentaar bij de gekjes. Let vooral op DSR, met een buitengewoon ingespannen proeve van literaire liefhebberij of zoiets:
Lummel moest ook nog zijn poepje kwijt:
Doelloos liep ik rond. Ik moet poepen en ben op weg naar waar ik moet zijn.
Dan hebben we het, denk ik, voor vandaag wel gehad. Het blijft opmerkelijk hoe ontzettend druk mensen zich kunnen maken over een op zich onschuldig ikje.
Ik verbaas me daar, oprecht, iedere morgen weer over. Serieus waar, ik meen het, ongelogen, ik lieg niet!
Het was een ware gastronomische belevenis. Alles klopte: het gezelschap aan tafel, het smaakvol gerestaureerde restaurant, de vijf gangen, de wijnen, plus vooraf en toe, de bediening. Ook het culinaire jargon borrelde en tintelde: over een zuurtje van dit, op een bedje van dat. De sfeer was zó toegewijd dat ik een beetje timide vroeg: „Heeft u ook alcoholvrij bier?” De maître was dusdanig rolvast dat ze, zonder aarzeling of glimlach, antwoordde: „O zeker, voor u heb ik een hele mooie Heineken 0.0.”
Taeke Kuipers
Bas begrijpt het niet:
Het meest intrigerende zinnetje van dit dertien-in-een-dozijn ikje vind ik de opmerking over de bediening. Die was dus “vooraf en toe”. Niet tijdens, toen zochten ze het maar uit. Taeke komt niet zo vaak in een restaurant, denk ik dan, en ga verder met mijn prachtige tintelende en fonkelende parelende dag.
Hij speelt, neem ik aan, de onnozele. Uiterst irritant.
Zuur, negatief en buitengewoon tevreden met zichzelf. Ziedaar de typische ikjes-bespreker.
Er moest een nieuwe wc bril worden aangeschaft. Thuisgekomen van het woonwarenhuis ontstond na het openen van de doos grote verbazing.
De bril was blauw in plaats van wit.
Dus terug naar IKEA. Aan de balie het probleem uitgelegd. Het antwoord van de medewerkster: „U moet natuurlijk wel de blauwe beschermfolie eraf halen.”
Otto Bekers
Bas zijn commentaar zit ook nog in het folie:
En zo eet Otto ook al zijn hele leven zijn koelkast leeg, alles met het plastic er nog om heen, moeilijk snijden die worst maar hij weet inmiddels niet beter.
Inderdaad, afgezaagd, platgetreden en voorspelbaar.
Nee, dan de gekjes. Die komen ongetwijfeld wél met frisse originele opmerkingen.
Nou ja, een beetje bleekjes maar ze doen hun best zullen we dan maar zeggen.
De enige met écht leuk commentaar was overigens Ad Hok (wie anders):
Jammer van die laatste zin. Konsekwenter was geweest: „De blauwe beschermfolie moet er natuurlijk wel afgehaald worden.”
Bij een echt goede aanbieding zijn de schappen in mijn supermarkt gauw leeg. Zo was er laatst een week lang geen pindakaas te koop, want: 1+1 gratis. Dus vanochtend vroeg op pad om de 1+1-gratis gerookte zalm te scoren. Toch niet vroeg genoeg: de zalm was al uitverkocht. Ik vroeg een vuller of er nog zalm in het magazijn was. Hij verwees me naar een collega, die toegang had tot het systeem. De zalm bleek op. Of de volgende vrachtauto zalm zou brengen kon hij niet zeggen. „Weet je wat,” zegt de man, „ik heb voor mezelf twee pakjes apart gelegd, die mag u wel hebben.”
Kees Fens
Bas maakt er een lange en weinig interessante reactie van (dus níet lezen!).
Over de kop is nagedacht, blijft toch een tikkie gekunsteld.
Een vuller? Grinnik. Vakkenvuller zal Fens bedoelen!
En ik geef het toe, ik ging toch eerst even googelen of het om de grote Kees Fens kon gaan, maar die is dus echt dood. Zijn naamgenoot is een verdienstelijke krabbelaar.
Qua inhoud en maatschappelijk commentaar: las ik laatst niet ergens over een winkelbediende die op een soortgelijke vraag van een klant (dat ging over een mooie jas in haar maat) reageerde met: we hebben er nog een, maar die heeft mijn collegaatje al voor zich zelf weggehangen. De schaamte voorbij, wel eerlijk, of je collega naaien zoals sommige mensen zeggen. Maar het kan dus ook anders. Met zalm.
Kees Fens, de literatuurcriticus, is al vijftien jaar dood, Bas. 🙄
DSR:
Dan had de echte Kees Fens toch meer te vertellen…-zucht-. Huisvrouwenproza!
Het kwaad is te veel om op te noemen, maar dat ‘scoren’ is toch wel het ergste.
De term “huisvrouwenproza” is misleidend en seksistisch. Kees Fens, de vijftien jaar geleden overleden literatuurcriticus, zou zo’n term nooit en te nimmer gebruiken.
De springlevende Ad Hok, eveneens van goede huize, net zomin.
Ik sta voor het rode verkeerslicht en zie vanuit mijn ooghoek een man die in een prullenbak voedsel zoekt. Een papiertje op straat doet hij in de bak.
Ik wil hem graag wat geven maar heb alleen een rode appel bij mij. Ik open mijn raampje en roep: „Meneer, wilt u misschien mijn appel?”
„Wat bijzonder,” zegt hij „een vrouw die mij een appel geeft. Het is net als in het sprookje.” Ik lach en geef hem de appel. Hij kijkt mij recht aan vraagt: „Maar het eindigt toch niet als in het sprookje?” We schieten beiden in de lach. Het licht wordt groen. Zwaaiend nemen we afscheid.
Nicole Koster
DSR met vandaag een redelijk lief commentaartje:
Allicht een verwarde man met een goede dag. Dat papiertje in de bak is kennelijk een teken dat hij deugt.
Een vrolijk verhaal, maar uiteindelijk een droevige geschiedenis.
Bas raaskalt er op los en bertjens (irritante naam) gelooft niet in sprookjes:
Wat hebben lummel, pawi en bertjens gemeen? Pondje Pink Lady voor de slimmerik die het juiste antwoord weet.
Ilona:
Heel lief van Nicole. Maar de man ziet haar dus aan voor een heks.
Bedoelde hij dat ie in een stukje appel zou kunnen stikken of dat de heks hem na honderd jaar zou wakker kussen. Dan begrijp ik zijn zorg.
Inderdaad Ilona. De man zag zichzelf terug in de rol van Sneeuwwitje.
Ilona komt er nog op terug:
Bij nader inzien doet het me meer aan Eva denken.
Misschien bedoelt hij dat ook.
We hebben twee kinderen van drie en vijf jaar oud. ’s Ochtends is het vaak haasten en zoeken naar alle spullen die we nodig hebben. We hebben een strak schema, de jongste met de auto naar het kinderdagverblijf, de oudste naar school en wij op tijd naar de trein. Dat in deze haast soms de verkeerde woorden gebruikt worden, wordt op een zaterdagochtend duidelijk als de kinderen lekker aan het spelen zijn. Onze jongste loopt met een poppenwagen, draait zich om en roept „Fuck! Fuck!… Ik ben m’n baby’tje vergeten.”
Bas Vegter
Bas:
Er hebben weer mondhoeken van tenminste twee redacteuren van de social media redactie gekruld.
DSR:
Een pointe rondom het woord fuck…mager en zwak.
Bij ons thuis gebeurt zoiets natuurlijk nooit!
’s avonds een paar dingetjes voorbereiden en klaarleggen scheelt alweer een slok op een borrel.
Volgens lummel is “fuck” aangeleerd taalgebruik. Als hij nu met een hamer op zijn duim slaat schreeuwt hij ‘merde’.
Google translate vertaalt ‘merde’ niet naar “stront” maar naar “shit”.
Ad Hok:
Elk taalgebruik is aangeleerd, lijkt mij.
Overigens is het bij mij omgekeerd. Bij tegenslag zeg ik ‘shit!’, maar als het echt heel erg is zeg ik nog steeds “godverdomme”. Een van de weinige Nederlandse woorden die mijn kinderen maar al te goed kennen.
DSR:
Liever shit dan kak.
Woorden afleren was altijd een actiepunt voor de Bond tegen het Vloeken. Rondondenderon, zand, zeep en soda, dat soort werk.
Dat eenieder vloeke naar zijn aard, maar er niet mee te koop lope.
Een mooie stichtelijke afsluiting van een bewogen week.
Mooi getekend
Op weg naar het lokaal waar ik moet zijn, loop ik op de basisschool langs een tekenende kleuter.
Druk en geconcentreerd is ze bezig. Ik blijf staan en zeg: „Zo, dat ziet er mooi uit! Wat teken jij, is dat een aap?”
Ze schudt bedeesd haar hoofd en zegt: „Dit is mama.”
Lisette van de Loo
Bas:
Een muziekliefhebber noem je toch ook niet een muzikale liefhebber? Of bedoelt hij een literaire liefhebber van ikjes?
Bas moet trouwens voor zichzelf spreken. Wat hij ook bedoelt, ík ga geen moeilijke week tegemoet. Hoor je me Bas?
Hier het verzameld commentaar bij de gekjes. Let vooral op DSR, met een buitengewoon ingespannen proeve van literaire liefhebberij of zoiets:
Lummel moest ook nog zijn poepje kwijt:
Dan hebben we het, denk ik, voor vandaag wel gehad. Het blijft opmerkelijk hoe ontzettend druk mensen zich kunnen maken over een op zich onschuldig ikje.
Ik verbaas me daar, oprecht, iedere morgen weer over. Serieus waar, ik meen het, ongelogen, ik lieg niet!
LikeLike
Een mooie 0.0
Het was een ware gastronomische belevenis. Alles klopte: het gezelschap aan tafel, het smaakvol gerestaureerde restaurant, de vijf gangen, de wijnen, plus vooraf en toe, de bediening. Ook het culinaire jargon borrelde en tintelde: over een zuurtje van dit, op een bedje van dat. De sfeer was zó toegewijd dat ik een beetje timide vroeg: „Heeft u ook alcoholvrij bier?” De maître was dusdanig rolvast dat ze, zonder aarzeling of glimlach, antwoordde: „O zeker, voor u heb ik een hele mooie Heineken 0.0.”
Taeke Kuipers
Bas begrijpt het niet:
Hij speelt, neem ik aan, de onnozele. Uiterst irritant.
Zuur, negatief en buitengewoon tevreden met zichzelf. Ziedaar de typische ikjes-bespreker.
LikeLike
Nieuwe WC-bril
Er moest een nieuwe wc bril worden aangeschaft. Thuisgekomen van het woonwarenhuis ontstond na het openen van de doos grote verbazing.
De bril was blauw in plaats van wit.
Dus terug naar IKEA. Aan de balie het probleem uitgelegd. Het antwoord van de medewerkster: „U moet natuurlijk wel de blauwe beschermfolie eraf halen.”
Otto Bekers
Bas zijn commentaar zit ook nog in het folie:
Inderdaad, afgezaagd, platgetreden en voorspelbaar.
Nee, dan de gekjes. Die komen ongetwijfeld wél met frisse originele opmerkingen.
Nou ja, een beetje bleekjes maar ze doen hun best zullen we dan maar zeggen.
De enige met écht leuk commentaar was overigens Ad Hok (wie anders):
LikeLike
Superman
Bij een echt goede aanbieding zijn de schappen in mijn supermarkt gauw leeg. Zo was er laatst een week lang geen pindakaas te koop, want: 1+1 gratis. Dus vanochtend vroeg op pad om de 1+1-gratis gerookte zalm te scoren. Toch niet vroeg genoeg: de zalm was al uitverkocht. Ik vroeg een vuller of er nog zalm in het magazijn was. Hij verwees me naar een collega, die toegang had tot het systeem. De zalm bleek op. Of de volgende vrachtauto zalm zou brengen kon hij niet zeggen. „Weet je wat,” zegt de man, „ik heb voor mezelf twee pakjes apart gelegd, die mag u wel hebben.”
Kees Fens
Bas maakt er een lange en weinig interessante reactie van (dus níet lezen!).
Kees Fens, de literatuurcriticus, is al vijftien jaar dood, Bas. 🙄
DSR:
De term “huisvrouwenproza” is misleidend en seksistisch. Kees Fens, de vijftien jaar geleden overleden literatuurcriticus, zou zo’n term nooit en te nimmer gebruiken.
De springlevende Ad Hok, eveneens van goede huize, net zomin.
LikeLike
Sprookjesappel
Ik sta voor het rode verkeerslicht en zie vanuit mijn ooghoek een man die in een prullenbak voedsel zoekt. Een papiertje op straat doet hij in de bak.
Ik wil hem graag wat geven maar heb alleen een rode appel bij mij. Ik open mijn raampje en roep: „Meneer, wilt u misschien mijn appel?”
„Wat bijzonder,” zegt hij „een vrouw die mij een appel geeft. Het is net als in het sprookje.” Ik lach en geef hem de appel. Hij kijkt mij recht aan vraagt: „Maar het eindigt toch niet als in het sprookje?” We schieten beiden in de lach. Het licht wordt groen. Zwaaiend nemen we afscheid.
Nicole Koster
DSR met vandaag een redelijk lief commentaartje:
Bas raaskalt er op los en bertjens (irritante naam) gelooft niet in sprookjes:
Wat hebben lummel, pawi en bertjens gemeen? Pondje Pink Lady voor de slimmerik die het juiste antwoord weet.
Ilona:
Inderdaad Ilona. De man zag zichzelf terug in de rol van Sneeuwwitje.
Ilona komt er nog op terug:
LikeLike
Jong geleerd
We hebben twee kinderen van drie en vijf jaar oud. ’s Ochtends is het vaak haasten en zoeken naar alle spullen die we nodig hebben. We hebben een strak schema, de jongste met de auto naar het kinderdagverblijf, de oudste naar school en wij op tijd naar de trein. Dat in deze haast soms de verkeerde woorden gebruikt worden, wordt op een zaterdagochtend duidelijk als de kinderen lekker aan het spelen zijn. Onze jongste loopt met een poppenwagen, draait zich om en roept „Fuck! Fuck!… Ik ben m’n baby’tje vergeten.”
Bas Vegter
Bas:
DSR:
Volgens lummel is “fuck” aangeleerd taalgebruik. Als hij nu met een hamer op zijn duim slaat schreeuwt hij ‘merde’.
Google translate vertaalt ‘merde’ niet naar “stront” maar naar “shit”.
Ad Hok:
DSR:
Een mooie stichtelijke afsluiting van een bewogen week.
LikeLike