
Altijd met zijn tweeën: de een kan schrijven, de ander kan lezen

We hebben een ongeluk gehad met het autootje
Met het autootje, met het autootje
’t Gebeurde hier midden in de stad met het autootje
Met het autootje, met het autootje
En hij is precies hetzelfde
Als de twaalfde of de tiende
Ik kreeg wat ik verdiende
Een auto stond al jaren
Op een veldje in Slagharen
Dat lijkt misschien wel raar
Zei de trotse eigenaar
Maar ik zag geen andre weg om benzine te besparen