Met in het vooruitzicht een verhuizing heb ik de boekenkast weer eens goed bekeken. Daar stond de De Grote Oosthoek-encyclopedie uit 1976 mij al veertig jaar aan te kijken. Met het huidige internet wordt er niet meer in gelezen. Zelfs de leraar van onze kleinzoon Tijn uit groep 8 zei dat hij er niets meer mee kan. Dan maar naar de kringloop. Tijdens het sjouwen zei mijn man: „Daar gaat een wandelende encyclopedie.”
In de beleving van mijn vijfjarige dochter Emma is alles mogelijk. Papa en mama konden alles maken, Sinterklaas zorgde ieder jaar weer voor cadeautjes en in een paleis woonden koningen en koninginnen, omringd door prinsen en prinsessen.
Avond aan avond moesten we haar dan ook voorlezen uit haar sprookjesboek. Op een avond, tijdens het voorlezen, belde een collega van mijn man, Jan de Koning. Emma nam de telefoon op en de collega zei nietsvermoedend: „Met De Koning, is je vader thuis?” Mijn dochter liet de telefoon vallen en stotterde, „Pap, het is de koning”.
Het is zover, de rapporten van mijn kinderen zijn binnen en dus is het tijd om ze samen eens rustig door te nemen.
Inmiddels heb ik geleerd niet zozeer de nadruk te leggen op het eindresultaat, maar alle woorden en scores van de leerkracht rond de inzet en werkhouding te waarderen.
Na veel mooie punten in het rapport zijn we aanbeland bij het onderwerp werkwoordspelling. Dat ziet er niet best uit. Ik benader het positief en probeer hoopgevend: „Ach, met werkwoordspelling is het gelukkig niet zo ingewikkeld. Dat werkt op basis van regels. En Julian, wat is het mooie aan regels?” Antwoord Julian (net 11): „Die kan je afschaffen.”
Afgelopen zaterdag woonden we in een mooi rooms-katholiek kerkje de mis bij voor overleden familie van mijn man. De pastoor jaste de mis er nogal koud en geroutineerd doorheen, hij was niet meer de jongste en had letterlijk moeite zich staande te houden, hij laveerde daarom, met een kruk waarmee hij half zittend, half staand zijn taak kon vervullen, van altaar naar katheder en weer terug. Na de mis kwam hij achter ons aan de kerk uit met zijn kruk onder de arm: „Zo dat was het en nu vlug naar de volgende. En morgen nog twee en dan hebben we het weer gehad. Ja, ja”, diepe zucht. Vier missen in een weekend, van dorp naar dorp, in z’n eentje. Dat had hij zich vijftig jaar geleden ongetwijfeld anders voorgesteld.
’s Morgens rond 9 uur fiets ik de binnenstad van Groningen in. Het is druk in de Oosterstraat; veel grote vrachtauto’s, die de winkels en restaurants bevoorraden. Zelf de 80 gepasseerd, zie ik voor mij een fietser die zeker nog wel wat jaren ouder is. Hij fietst de verkeersdrukte dapper tegemoet. In het voorbijgaan zeg ik tegen hem: „’t Is drok ien stad”. Hij kijkt mij even van opzij aan en zegt: „Ja, mien jong”. Mijn dag is op slag helemaal goed.
Wij logeerden ieder jaar na 1949 in een achterbuurt van Saint-Tropez, in het eenvoudige huis van Madame Raimon en haar man. Eén keer per vakantie maakten wij met hen, hun familie en buren een dagtochtje. In de achterbak van de vooroorlogse camionnette van monsieur, volgepropt met jongelui, picknickmanden en kratten wijn, schudden wij over de zandweg langs de Chapelle Sainte Anne naar het uitgestrekte strand van Pampelonne. Tot onze hilariteit waagde de zoon van Madame Raimon het staand vanuit de achterbak van het rijdende vrachtautootje te pissen. Ik zag hem deze week terug in NRC op een foto uit 1983, achter Karl Lagerfeld en een model: Louis Alexandre Raimon, kapper van de beau monde.
Oei, wat een griezelig “uitdeschoolklapikje”! Gaat de NRC nú, bij gebrek aan echte ikjes, over op de studentikoze blaatverhalen en name-dropping van de babyboomgeneratie? Zeer slechte ontwikkeling. Dan toch maar liever iets over mekkerende kindertjes…
Encyclopedie
Met in het vooruitzicht een verhuizing heb ik de boekenkast weer eens goed bekeken. Daar stond de De Grote Oosthoek-encyclopedie uit 1976 mij al veertig jaar aan te kijken. Met het huidige internet wordt er niet meer in gelezen. Zelfs de leraar van onze kleinzoon Tijn uit groep 8 zei dat hij er niets meer mee kan. Dan maar naar de kringloop. Tijdens het sjouwen zei mijn man: „Daar gaat een wandelende encyclopedie.”
Marja Knotters
LikeGeliked door 2 people
Roosje, volgens mij heb je het Ikje van vandaag in een verkeerd draadje geplaatst.
LikeLike
Oops! Issue corrected…
LikeLike
Hoog bezoek
In de beleving van mijn vijfjarige dochter Emma is alles mogelijk. Papa en mama konden alles maken, Sinterklaas zorgde ieder jaar weer voor cadeautjes en in een paleis woonden koningen en koninginnen, omringd door prinsen en prinsessen.
Avond aan avond moesten we haar dan ook voorlezen uit haar sprookjesboek. Op een avond, tijdens het voorlezen, belde een collega van mijn man, Jan de Koning. Emma nam de telefoon op en de collega zei nietsvermoedend: „Met De Koning, is je vader thuis?” Mijn dochter liet de telefoon vallen en stotterde, „Pap, het is de koning”.
Jeannette de Zwart
LikeLike
Rapporten
Het is zover, de rapporten van mijn kinderen zijn binnen en dus is het tijd om ze samen eens rustig door te nemen.
Inmiddels heb ik geleerd niet zozeer de nadruk te leggen op het eindresultaat, maar alle woorden en scores van de leerkracht rond de inzet en werkhouding te waarderen.
Na veel mooie punten in het rapport zijn we aanbeland bij het onderwerp werkwoordspelling. Dat ziet er niet best uit. Ik benader het positief en probeer hoopgevend: „Ach, met werkwoordspelling is het gelukkig niet zo ingewikkeld. Dat werkt op basis van regels. En Julian, wat is het mooie aan regels?” Antwoord Julian (net 11): „Die kan je afschaffen.”
Anne van Hall
LikeLike
Julian komt er wel. 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Alleen
Afgelopen zaterdag woonden we in een mooi rooms-katholiek kerkje de mis bij voor overleden familie van mijn man. De pastoor jaste de mis er nogal koud en geroutineerd doorheen, hij was niet meer de jongste en had letterlijk moeite zich staande te houden, hij laveerde daarom, met een kruk waarmee hij half zittend, half staand zijn taak kon vervullen, van altaar naar katheder en weer terug. Na de mis kwam hij achter ons aan de kerk uit met zijn kruk onder de arm: „Zo dat was het en nu vlug naar de volgende. En morgen nog twee en dan hebben we het weer gehad. Ja, ja”, diepe zucht. Vier missen in een weekend, van dorp naar dorp, in z’n eentje. Dat had hij zich vijftig jaar geleden ongetwijfeld anders voorgesteld.
Marja d’Hondt
LikeLike
Jong
’s Morgens rond 9 uur fiets ik de binnenstad van Groningen in. Het is druk in de Oosterstraat; veel grote vrachtauto’s, die de winkels en restaurants bevoorraden. Zelf de 80 gepasseerd, zie ik voor mij een fietser die zeker nog wel wat jaren ouder is. Hij fietst de verkeersdrukte dapper tegemoet. In het voorbijgaan zeg ik tegen hem: „’t Is drok ien stad”. Hij kijkt mij even van opzij aan en zegt: „Ja, mien jong”. Mijn dag is op slag helemaal goed.
Cees van Hoorn
LikeLike
Weerzien
Wij logeerden ieder jaar na 1949 in een achterbuurt van Saint-Tropez, in het eenvoudige huis van Madame Raimon en haar man. Eén keer per vakantie maakten wij met hen, hun familie en buren een dagtochtje. In de achterbak van de vooroorlogse camionnette van monsieur, volgepropt met jongelui, picknickmanden en kratten wijn, schudden wij over de zandweg langs de Chapelle Sainte Anne naar het uitgestrekte strand van Pampelonne. Tot onze hilariteit waagde de zoon van Madame Raimon het staand vanuit de achterbak van het rijdende vrachtautootje te pissen. Ik zag hem deze week terug in NRC op een foto uit 1983, achter Karl Lagerfeld en een model: Louis Alexandre Raimon, kapper van de beau monde.
Mark Harvey
LikeLike
Aha, het actuele Ikje.
LikeLike
Oei, wat een griezelig “uitdeschoolklapikje”! Gaat de NRC nú, bij gebrek aan echte ikjes, over op de studentikoze blaatverhalen en name-dropping van de babyboomgeneratie? Zeer slechte ontwikkeling. Dan toch maar liever iets over mekkerende kindertjes…
LikeLike