Klas 2 gymnasium, 25 dampende pubers in een klaslokaal waarvan ondanks de kou het raam gewoon open staat. De docente Kunstzinnige Vorming toont de klas een prachtig beeld van een waterval in het Amazonegebied met het verzoek te verwoorden waaraan dit beeld doet denken. „Laat vooral je fantasie de vrije loop”, is haar extra aansporing. Na associaties met bruisend begin en, vervolgens ook, einde van leven in tot rust gekomen water, knikt de docente bemoedigend naar de knul die unaniem wordt gezien als aankomend topfilosoof. Peinzend zegt hij: „Als ik dit beeld zie denk ik aan seks.” Licht blozend vraagt de docente door naar de uitleg van deze opmerking. Zijn ernstige gezicht houdt de klas even in spanning. „Ach”, zegt hij „ik denk gewoon altijd aan seks.”
Goeiedag zeg, ik ben hier hier zeker niet de oudste, maar toe ik in de tweede van het gym zat dacht ik nog zéker niet voortdurend aan seks en dampte ik nog allerminst. Na dit ikje voel ik me ineens een ouwe tut, haha.
Nou ja, een ikje is het natuurlijk allerminst, Dat het geschreven is door een 14-jarige klasgenoot lijkt me ook vrij onwaarschijnlijk. Door de echtgenoot van de docente Kunstzinnige Vorming?….
Mijn rij-instructeur vindt dat het motorrijden van alle mannelijkheid is ontdaan nu er een enorme belangstelling is van vrouwen voor motorrijden. „Paardrijden is voor vrouwen, motorrijden is voor mannen! Jullie durven geen gas te geven, kunnen niet parkeren en zitten vervolgens als modepoppetjes met roze pakken op de motor. Tenenkrommend!”
Tijdens mijn rijles zou ik hem wel even op andere gedachten brengen. Als een stoere motorchick rij ik door onze buurt. Ineens hoor ik gevloek in mijn oortje. „Gassen, je moet gassen! Dit is werkelijk het dieptepunt van mijn carrière!”
Verbaasd en nietsvermoedend haal ik al rijdend mijn schouders op. „Hoezo dan?”
„Kijk eens links. Je wordt ingehaald door een wielrenner!”
Rif doet eindexamen VWO. Aan de ontbijttafel nemen we de stand van zaken en zijn verwachtingen voor vandaag door. Zijn verspreking is licht verontrustend: „Ach, biologie heb ik wel aardig onder controle maar geschiedenis heb ik eigenlijk niet zo goed op mijn Netflix staan.”
Achter ons huis in Reeuwijk ligt een sloot met knotwilgen en daarachter de loods van gemeentewerken met de vrachtwagen van de plantsoendienst. In de knotwilgen woont in deze tijd van het jaar een spreeuw die zijn collega’s imiteert in een vaste volgorde. Hij begint met een huismus, dan de boerenzwaluw, wulp en kauw. Dan komt het lawaai van een scholekster, de zachte brom van een snor en het arre-arre-ie-ie van de karekiet. Hij eindigt altijd glorieus met de luide piep-piep-piep van de achteruit rijdende vrachtwagen van de gemeente.
Mijn vader is een chauvinist. Er gaat niets boven ‘zijn’ Budel. Alles wat uit dit Brabantse dorp komt, is beter en mooier dan uit welke andere plaats ter wereld ook. Hij is er geboren en getogen, kent er alles en iedereen en praat er graag en veel over. Rijdend door Zuid-Frankrijk komt het gesprek op het Budels dialect. „Daarmee kun je je echt overal redden”, pocht hij. „Zelfs hier.”
Mijn vader wil zijn gelijk bewijzen en we sluiten een weddenschap. We stoppen in het eerstvolgende dorp en lopen binnen bij de plaatselijke bakker. „Mevrouw, dûût mich een mikse”, zegt mijn vader. Waarop de vrouw antwoordt: „Wa vur iên mag ’t ziên, meniêr?”
Ik geef Nederlandse les aan een Syrische vrouw. Haar niveau is inmiddels al behoorlijk hoog en we zijn bij het hoofdstuk politiek. Ze vindt werken uit het boek saai en dat steekt ze niet onder stoelen of banken. Tegen haar zin doen we toch wat vocabulaire. „Weet je wat een wethouder is?”, vraag ik haar. „Iemand die heel veel van wetten houdt”, antwoordt ze op ironische toon. Ik kan niet anders dan heel hard lachen en reken het helemaal goed.
Associaties
Klas 2 gymnasium, 25 dampende pubers in een klaslokaal waarvan ondanks de kou het raam gewoon open staat. De docente Kunstzinnige Vorming toont de klas een prachtig beeld van een waterval in het Amazonegebied met het verzoek te verwoorden waaraan dit beeld doet denken. „Laat vooral je fantasie de vrije loop”, is haar extra aansporing. Na associaties met bruisend begin en, vervolgens ook, einde van leven in tot rust gekomen water, knikt de docente bemoedigend naar de knul die unaniem wordt gezien als aankomend topfilosoof. Peinzend zegt hij: „Als ik dit beeld zie denk ik aan seks.” Licht blozend vraagt de docente door naar de uitleg van deze opmerking. Zijn ernstige gezicht houdt de klas even in spanning. „Ach”, zegt hij „ik denk gewoon altijd aan seks.”
Paul Meijs
LikeLike
Goeiedag zeg, ik ben hier hier zeker niet de oudste, maar toe ik in de tweede van het gym zat dacht ik nog zéker niet voortdurend aan seks en dampte ik nog allerminst. Na dit ikje voel ik me ineens een ouwe tut, haha.
Nou ja, een ikje is het natuurlijk allerminst, Dat het geschreven is door een 14-jarige klasgenoot lijkt me ook vrij onwaarschijnlijk. Door de echtgenoot van de docente Kunstzinnige Vorming?….
LikeGeliked door 1 persoon
Gas
Mijn rij-instructeur vindt dat het motorrijden van alle mannelijkheid is ontdaan nu er een enorme belangstelling is van vrouwen voor motorrijden. „Paardrijden is voor vrouwen, motorrijden is voor mannen! Jullie durven geen gas te geven, kunnen niet parkeren en zitten vervolgens als modepoppetjes met roze pakken op de motor. Tenenkrommend!”
Tijdens mijn rijles zou ik hem wel even op andere gedachten brengen. Als een stoere motorchick rij ik door onze buurt. Ineens hoor ik gevloek in mijn oortje. „Gassen, je moet gassen! Dit is werkelijk het dieptepunt van mijn carrière!”
Verbaasd en nietsvermoedend haal ik al rijdend mijn schouders op. „Hoezo dan?”
„Kijk eens links. Je wordt ingehaald door een wielrenner!”
Miriam Huiberts
LikeLike
Ingeprent
Rif doet eindexamen VWO. Aan de ontbijttafel nemen we de stand van zaken en zijn verwachtingen voor vandaag door. Zijn verspreking is licht verontrustend: „Ach, biologie heb ik wel aardig onder controle maar geschiedenis heb ik eigenlijk niet zo goed op mijn Netflix staan.”
Nathaly van der Wielen
LikeLike
Piep-piep-piep
Achter ons huis in Reeuwijk ligt een sloot met knotwilgen en daarachter de loods van gemeentewerken met de vrachtwagen van de plantsoendienst. In de knotwilgen woont in deze tijd van het jaar een spreeuw die zijn collega’s imiteert in een vaste volgorde. Hij begint met een huismus, dan de boerenzwaluw, wulp en kauw. Dan komt het lawaai van een scholekster, de zachte brom van een snor en het arre-arre-ie-ie van de karekiet. Hij eindigt altijd glorieus met de luide piep-piep-piep van de achteruit rijdende vrachtwagen van de gemeente.
Kees Rutten
LikeLike
Dialect
Mijn vader is een chauvinist. Er gaat niets boven ‘zijn’ Budel. Alles wat uit dit Brabantse dorp komt, is beter en mooier dan uit welke andere plaats ter wereld ook. Hij is er geboren en getogen, kent er alles en iedereen en praat er graag en veel over. Rijdend door Zuid-Frankrijk komt het gesprek op het Budels dialect. „Daarmee kun je je echt overal redden”, pocht hij. „Zelfs hier.”
Mijn vader wil zijn gelijk bewijzen en we sluiten een weddenschap. We stoppen in het eerstvolgende dorp en lopen binnen bij de plaatselijke bakker. „Mevrouw, dûût mich een mikse”, zegt mijn vader. Waarop de vrouw antwoordt: „Wa vur iên mag ’t ziên, meniêr?”
Ze blijkt uit Budel te komen.
Margo van Vlierden
LikeLike
Goed
Ik geef Nederlandse les aan een Syrische vrouw. Haar niveau is inmiddels al behoorlijk hoog en we zijn bij het hoofdstuk politiek. Ze vindt werken uit het boek saai en dat steekt ze niet onder stoelen of banken. Tegen haar zin doen we toch wat vocabulaire. „Weet je wat een wethouder is?”, vraag ik haar. „Iemand die heel veel van wetten houdt”, antwoordt ze op ironische toon. Ik kan niet anders dan heel hard lachen en reken het helemaal goed.
Eva de Jong
LikeLike