Op de terugweg van het winkelcentrum, tas vol met leuke boodschapjes voor haar nieuw in te richten studentenkamer, heb ik het met mijn dochter over de inrichting. Boven de koelkast in haar mini-keuken zit een hoge kast. Niemand kan daar goed bij, maar zij met haar 1,50 meter moet echt acrobatische toeren uithalen om er te komen. „Wat kan ik daar het beste neerzetten dan?” vraagt ze zich af. Ik antwoord dat ze er vooral iets moet zetten wat ze niet vaak nodig heeft, dan houdt ze in de lage kastjes plaats voor échte gebruiksvoorwerpen. „Oh dat is een goed idee ja”, antwoordt ze vastberaden, „dan zet ik daar mijn schoonmaakspullen.”
Ik zit in de trein uit het hoge noorden naar de Randstad. Tegenover me zit een leeftijdgenootje te telefoneren. Haar harde stem vult de hele coupé. Ze vertelt uitgelaten aan een vriendin dat ze dit weekend op een feestje was. Er waren ‘slechts’ vijftig anderen aanwezig. De drank vloeide rijkelijk en veel nieuwe liefdes kwamen tot bloei in het studentenhuis in Groningen.
Terwijl ik dit verhaal ongewild aanhoor, verraadt mijn gezicht mijn gedachte.
Dan hoor ik de dame in kwestie opeens zeggen: „Er zit een chick hier ons af te luisteren, echt bizar asociaal.”
De school van mijn dochter had gevraagd of we eten willen meegeven voor een inzameling voor de voedselbank. Ik kijk in de la en pak een grote chocoladeletter, zo’n lekkere van de banketbakker om de hoek. Mijn dochter van vier: „Nee mama, doe dat maar niet. Arme mensen houden niet van chocola.”
„Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant…” Ik ben bijna aan de top van de hobbel waar ik iedere dag als een berg tegenop zie. Hij ligt op mijn vaste fietsroute. Ik heb nog geen sluipweg kunnen ontdekken. Regelmatig stap ik af om het laatste stukje met de fiets aan de hand te lopen. Maar vandaag ben ik vastbesloten. Ik zal deze berg beklimmen. De finish is in zicht als een jonge vrouw met wilde gebaren mijn aandacht vraagt. Ze oogt wat verloren. Ze houdt een papiertje in de lucht. Is ze de weg kwijt? Ik rem mijn eindsprint af, waarop zij zegt: „Heb jij Jezus al gevonden?”
Ik ben sinds ruim een jaar lid van een boekenclub waarin we elke zes weken een boek lezen en bespreken.
Mijn 18-jarige zoon vraagt me of ik hem deze week met een aantal zaken zou willen helpen. Dat wil ik best doen, maar ik zeg erbij dat ik wel even moet kijken waar ik de tijd vandaan haal. Want binnen een week moet ik ook mijn boek uit hebben. „Joh,” zegt hij, „dat hoef je helemaal niet te lezen. Ik kan wel even een samenvatting voor je regelen!”
Kastjes
Op de terugweg van het winkelcentrum, tas vol met leuke boodschapjes voor haar nieuw in te richten studentenkamer, heb ik het met mijn dochter over de inrichting. Boven de koelkast in haar mini-keuken zit een hoge kast. Niemand kan daar goed bij, maar zij met haar 1,50 meter moet echt acrobatische toeren uithalen om er te komen. „Wat kan ik daar het beste neerzetten dan?” vraagt ze zich af. Ik antwoord dat ze er vooral iets moet zetten wat ze niet vaak nodig heeft, dan houdt ze in de lage kastjes plaats voor échte gebruiksvoorwerpen. „Oh dat is een goed idee ja”, antwoordt ze vastberaden, „dan zet ik daar mijn schoonmaakspullen.”
Judith Hendriksen
LikeLike
Logisch.
LikeLike
Anderhalvemeterstudentje
LikeLike
Piccalilly
Kan in de supermarkt de piccalilly niet vinden. Even de jonge vakkenvuller vragen. Piccalilly? Hoe schrijf je dat?
Laat hem mijn boodschappenbriefje zien. Wat is het eigenlijk? Tafelzuur. Eten jullie thuis geen tafelzuur?
Jawel: zuurkool.
De dame achter ons: „Bovenste schap links.”
Hans Heuvelhorst
LikeLike
En wederom een overbodige laatste zin.
LikeLike
Luisteren
Ik zit in de trein uit het hoge noorden naar de Randstad. Tegenover me zit een leeftijdgenootje te telefoneren. Haar harde stem vult de hele coupé. Ze vertelt uitgelaten aan een vriendin dat ze dit weekend op een feestje was. Er waren ‘slechts’ vijftig anderen aanwezig. De drank vloeide rijkelijk en veel nieuwe liefdes kwamen tot bloei in het studentenhuis in Groningen.
Terwijl ik dit verhaal ongewild aanhoor, verraadt mijn gezicht mijn gedachte.
Dan hoor ik de dame in kwestie opeens zeggen: „Er zit een chick hier ons af te luisteren, echt bizar asociaal.”
Duvera Herfst
LikeLike
Sylvia Witteman tweette over dit Ikje: Waarom zijn die ikjes toch altijd zo slecht verzonnen?
LikeLike
Een dame hoor ik niet zo gauw chick en bizar asociaal zeggen
LikeLike
Chocola
De school van mijn dochter had gevraagd of we eten willen meegeven voor een inzameling voor de voedselbank. Ik kijk in de la en pak een grote chocoladeletter, zo’n lekkere van de banketbakker om de hoek. Mijn dochter van vier: „Nee mama, doe dat maar niet. Arme mensen houden niet van chocola.”
Frauke van der Beek
LikeLike
Fietser
„Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant…” Ik ben bijna aan de top van de hobbel waar ik iedere dag als een berg tegenop zie. Hij ligt op mijn vaste fietsroute. Ik heb nog geen sluipweg kunnen ontdekken. Regelmatig stap ik af om het laatste stukje met de fiets aan de hand te lopen. Maar vandaag ben ik vastbesloten. Ik zal deze berg beklimmen. De finish is in zicht als een jonge vrouw met wilde gebaren mijn aandacht vraagt. Ze oogt wat verloren. Ze houdt een papiertje in de lucht. Is ze de weg kwijt? Ik rem mijn eindsprint af, waarop zij zegt: „Heb jij Jezus al gevonden?”
Ruud Douma
LikeLike
En hij antwoordde: ‘Nee, die staat ergens boven op de top.’
LikeGeliked door 1 persoon
En hij antwoordde: ‘Nee, ben je hem kwijt dan?’
LikeLike
Hahaha!
LikeLike
Boekenclub
Ik ben sinds ruim een jaar lid van een boekenclub waarin we elke zes weken een boek lezen en bespreken.
Mijn 18-jarige zoon vraagt me of ik hem deze week met een aantal zaken zou willen helpen. Dat wil ik best doen, maar ik zeg erbij dat ik wel even moet kijken waar ik de tijd vandaan haal. Want binnen een week moet ik ook mijn boek uit hebben. „Joh,” zegt hij, „dat hoef je helemaal niet te lezen. Ik kan wel even een samenvatting voor je regelen!”
Evelyne Ledeboer
LikeLike