De hele winkel ben ik door geweest: langs shampoo, parasols, condooms, schoonmaakmiddelen, schrijfblokken, vier-op-een rij-spellen, theelepels en fotolijstjes. Maar nergens dat wat ik zoek. Het meisje dat de zakjes zoute sticks bijvult is mijn laatste strohalm. „Ja, ik heb ze een keer gezien”, zegt ze peinzend, „maar ik werk hier nog maar pas…” Ze gaat me welwillend, maar weifelend voor. Weer langs de wenskaarten, dweilen, batterijen, feestversiering en gebakschoteltjes. „Ik weet het weer”, zegt ze ineens blij. „Bij de dierverzorging!”
En inderdaad, daar liggen ze. Een logische plaats voor drie soorten vliegenmeppers.
Om mijn zorgen over het coronabeleid en de oplopende cijfers kracht bij te zetten, draag ik in openbare gebouwen en winkels nog steeds een mondkapje. Tot mijn spijt zie ik weinig medestanders om mij heen. Dus als ik de lokale drogist binnenstap, zet ik demonstratief mijn mondkapje op. Een winkelbediende in het gangpad volgt mijn handelingen met indringende blik. Ik interpreteer die als verbaasde bewondering voor mijn altruïstische keus om een niet-verplicht mondkapje te dragen en knik hem vriendelijk toe. Terwijl ik de winkel inloop, spreekt de winkelbediende mij op strenge toon aan: „Mevrouw, pakt u even een winkelmandje? Dat is hier namelijk verplicht.”
We picknicken met ons gezin ergens op een berg in Frankrijk. Mijn man gooit een leeg sappak weg in de berm en vraagt aan de kinderen: „Wat doe ik hier fout?” Zegt onze middelste van negen: „Je moet het verder het bos ingooien, dan zien de mensen het niet.”
Dieren
De hele winkel ben ik door geweest: langs shampoo, parasols, condooms, schoonmaakmiddelen, schrijfblokken, vier-op-een rij-spellen, theelepels en fotolijstjes. Maar nergens dat wat ik zoek. Het meisje dat de zakjes zoute sticks bijvult is mijn laatste strohalm. „Ja, ik heb ze een keer gezien”, zegt ze peinzend, „maar ik werk hier nog maar pas…” Ze gaat me welwillend, maar weifelend voor. Weer langs de wenskaarten, dweilen, batterijen, feestversiering en gebakschoteltjes. „Ik weet het weer”, zegt ze ineens blij. „Bij de dierverzorging!”
En inderdaad, daar liggen ze. Een logische plaats voor drie soorten vliegenmeppers.
Mik Leijssius
LikeLike
Spannend hoor.
LikeLike
De opsomming is het leukst.
LikeLike
Mondkapje
Om mijn zorgen over het coronabeleid en de oplopende cijfers kracht bij te zetten, draag ik in openbare gebouwen en winkels nog steeds een mondkapje. Tot mijn spijt zie ik weinig medestanders om mij heen. Dus als ik de lokale drogist binnenstap, zet ik demonstratief mijn mondkapje op. Een winkelbediende in het gangpad volgt mijn handelingen met indringende blik. Ik interpreteer die als verbaasde bewondering voor mijn altruïstische keus om een niet-verplicht mondkapje te dragen en knik hem vriendelijk toe. Terwijl ik de winkel inloop, spreekt de winkelbediende mij op strenge toon aan: „Mevrouw, pakt u even een winkelmandje? Dat is hier namelijk verplicht.”
Noëlle van der Weel
LikeLike
Tja, wat zal ik zeggen. 😑
LikeGeliked door 1 persoon
Gedeeld leed
Ik maak een praatje met de glazenwasser. Hij ziet er somber uit. Zijn kat is dood.
„Maar ja, u weet er alles van”, besluit hij zijn verhaal.
Inderdaad. Mijn man is vorig jaar overleden.
Simone Kramer
LikeLike
Gedeelde smart is halve smart. Maar dat schiet in dit geval niet op.
LikeGeliked door 1 persoon
Verder
We picknicken met ons gezin ergens op een berg in Frankrijk. Mijn man gooit een leeg sappak weg in de berm en vraagt aan de kinderen: „Wat doe ik hier fout?” Zegt onze middelste van negen: „Je moet het verder het bos ingooien, dan zien de mensen het niet.”
Marjolein van den Brink
LikeLike
Ik moet er haast om lachen. :-p
LikeLike