Ik krijg een bericht van Burgernet. Daarin wordt verzocht om in de omgeving van het Kuiperplantsoen in Amsterdam uit te kijken naar een groenbebaarde bruin-oranje leguaan van anderhalve meter.
Ik vraag me af hoeveel leguanen er in die buurt rondlopen dat een dergelijke uitgebreide omschrijving nodig is om vooral toch de juiste leguaan te vinden.
Mijn pak knelt door de coronakilo’s. Na een mueslireep als ontbijt doe ik gehaast mijn jasje aan en pak mijn kantoortas. Buiten staat mijn auto vast door een wit busje. Onze buurman van in de negentig staat er bij. Zijn vrouw verdwijnt langzaam met de rolstoellift in de bus.
Als de achterdeuren dicht gaan, groet hij me. Samen kijken we de bus na.
Ik zeg: „Zo, uw vrouw gaat weer naar de dagbesteding.” De buurman kijkt me schuin aan en zegt: „U ook, zo te zien.”
Op het terras van restaurant Havenzicht bestel ik paprikasoep. De serveerster brengt me een mooie kop soep met vers gesneden lente-ui. Lekker, denk ik.
Als ze later de lege kop komt weghalen en vraagt of het gesmaakt heeft, zeg ik dat het jammer genoeg veel te zout was. Ze kijkt me aan en vraagt: „Is dat zo of vindt u dat?”
Een nieuwe telefoon. Ik ga enthousiast aan de slag om alles operationeel te krijgen. Een voor mij nog onbekende functie is ‘gezichtsherkenning’, wat me handig lijkt. Na installatie blijkt het prima te werken en vanuit allerlei hoeken wordt de telefoon steeds braaf ontgrendeld. Tot de volgende ochtend, waarbij ik, nog in bed en net wakker, mijn berichten wil checken. Face ID herkent me niet. Beledigd toets ik maar weer ouderwets mijn code in.
Mijn dochter van twaalf vertelt aan een vriendin van mij dat onze buurhond net overleden is. Dochter: „Hij was gewoon aan het eind van zijn festijn.” Vriendin: „Je bedoelt zeker, aan het eind van zijn Latijn?” Dochter: „Oh… ik zeg altijd festijn…” Vriendin: „Ach, je hebt ook gelijk. Wat nou Latijn?”
Enigszins onbekend in de buurt verifieer ik de route bij de buschauffeur: „U rijdt zo ook langs Amstelveen, toch?” Verbaasd kijkt hij mij aan. „Hoe weet jij dat?”
Leguaan
Ik krijg een bericht van Burgernet. Daarin wordt verzocht om in de omgeving van het Kuiperplantsoen in Amsterdam uit te kijken naar een groenbebaarde bruin-oranje leguaan van anderhalve meter.
Ik vraag me af hoeveel leguanen er in die buurt rondlopen dat een dergelijke uitgebreide omschrijving nodig is om vooral toch de juiste leguaan te vinden.
Floris Ploos van Amstel
LikeLike
Dagbesteding
Mijn pak knelt door de coronakilo’s. Na een mueslireep als ontbijt doe ik gehaast mijn jasje aan en pak mijn kantoortas. Buiten staat mijn auto vast door een wit busje. Onze buurman van in de negentig staat er bij. Zijn vrouw verdwijnt langzaam met de rolstoellift in de bus.
Als de achterdeuren dicht gaan, groet hij me. Samen kijken we de bus na.
Ik zeg: „Zo, uw vrouw gaat weer naar de dagbesteding.” De buurman kijkt me schuin aan en zegt: „U ook, zo te zien.”
Jan Willem Elemans van Ettekoven

LikeLike
Zout
Op het terras van restaurant Havenzicht bestel ik paprikasoep. De serveerster brengt me een mooie kop soep met vers gesneden lente-ui. Lekker, denk ik.
Als ze later de lege kop komt weghalen en vraagt of het gesmaakt heeft, zeg ik dat het jammer genoeg veel te zout was. Ze kijkt me aan en vraagt: „Is dat zo of vindt u dat?”
Matthijs Reppel
LikeLike
Face ID
Een nieuwe telefoon. Ik ga enthousiast aan de slag om alles operationeel te krijgen. Een voor mij nog onbekende functie is ‘gezichtsherkenning’, wat me handig lijkt. Na installatie blijkt het prima te werken en vanuit allerlei hoeken wordt de telefoon steeds braaf ontgrendeld. Tot de volgende ochtend, waarbij ik, nog in bed en net wakker, mijn berichten wil checken. Face ID herkent me niet. Beledigd toets ik maar weer ouderwets mijn code in.
Maud van Dooren
LikeGeliked door 1 persoon
Festijn
Mijn dochter van twaalf vertelt aan een vriendin van mij dat onze buurhond net overleden is. Dochter: „Hij was gewoon aan het eind van zijn festijn.” Vriendin: „Je bedoelt zeker, aan het eind van zijn Latijn?” Dochter: „Oh… ik zeg altijd festijn…” Vriendin: „Ach, je hebt ook gelijk. Wat nou Latijn?”
Yvon Hoogeweegen
LikeLike
Helderziend
Enigszins onbekend in de buurt verifieer ik de route bij de buschauffeur: „U rijdt zo ook langs Amstelveen, toch?” Verbaasd kijkt hij mij aan. „Hoe weet jij dat?”
Stephanie Wiechers
LikeLike