Ik sta bij de plantenwinkel om een bakje krokussen af te rekenen. Voor mij staat een vrouw met eenzelfde bakje krokussen. De vrouw rekent af. „Is het een cadeautje?” vraagt de winkelier. „Ja, mijn schoonmoeder”, zegt de vrouw. „Een heel vervelend mens.” De plantenman reikt naar een katrolletje met gekleurde linten op de balie. „Deze kleur maar doen?” Hij pakt een oranje lint. „Doe maar”, zegt de vrouw. „Volgens mij haat ze oranje.”
Mijn vader (106 jaar oud) is gevallen en heeft een lelijke zwelling op zijn arm. Dan maar even langs de huisartsenpost. Ik tik het adres in het navigatiesysteem van mijn auto en we gaan op weg. Bij aankomst herkennen we het gebouw niet, dit is niet de huisartsenpost van vroeger. We stappen uit en gaan kijken. Boven de ingang hangt een bordje met de tekst ‘Mortuarium’.
„Nee”, zegt mijn vader, „dat is nog iets te vroeg.”
Toevallig in het NRC van vandaag nog een twééde verhaal over een krasse 105+ man:
Gelijk
Dit weekend aten mijn zus en ik met onze oudoom Karel (109) beschuit met muisjes omdat hij voor het eerst overgrootvader was geworden. De feestvreugde was echter ver te zoeken. Karel foeterde aan de lopende band over de misstanden bij The Voice. „Het is een bende”, mopperde hij, „en nu zijn er dus allemaal politici die roepen dat #MeToo op de werkvloer moet worden aangekaart, dat er een meldingsplicht moet komen enzo, terwijl ze nog steeds niet de wortel van het probleem willen aanpakken.”
„En dat is?” vroeg ik, verrast dat Karel zich eens over iets anders opwond dan zijn buren.
„Geld!” zei hij. „Dat is nou eenmaal verbonden met macht. We leven in een land waarin vrouwen niet alleen seksueel, maar ook financieel kwetsbaar zijn, en die twee houden verband met elkaar.”
„Maar wat heeft de politiek daar dan mee te maken”, vroeg mijn zus voorzichtig.
„Nou ja”, ging Karel verder, „er wordt vanuit de regering amper actie ondernomen om mannen en vrouwen eens gelijk te gaan betalen. Onze overheid kreeg in 2020 nog door het Europees Comité voor Sociale Rechten op haar kop omdat ze te weinig doet aan de loonkloof hier. En ze mag zich ook weleens extra gaan inzetten om meer vrouwen aan de top te krijgen in het bedrijfsleven.”
Hij schonk zichzelf nog een jenever in en vervolgde: „Betaling en positionering hebben gewoon invloed op hoe we over vrouwen denken, wat voor waarde we hun toekennen, met hoeveel respect we hen bejegenen. Als we daar niets aan doen, blijven er machtsstructuren in stand, waardoor types als die Ali B. denken dat als het erop aankomt, iedereen hem zal geloven en niet zijn slachtoffer, en hij dus gewoon zijn gang kan gaan. Als een vrouw letterlijk niet evenveel verdient als een man, zullen mensen, zowel mannen als vrouwen, geloven dat dat dan ook figuurlijk wel het geval zal zijn. En zo worden haar grenzen minder waard.”
Daar kauwden wij even in stilte op.
„Ik had nooit gedacht dit ooit allemaal uit jouw mond te zullen horen”, zei mijn zus uiteindelijk. „Vroeger riep je altijd dat vrouwenrechtenactivisten zich aanstelden.”
„Je lijkt wel een feminist!” zei ik.
„Nou ja”, mompelde Karel, „ik heb me gewoon eens ingelezen.”
Terwijl hij de keuken in sjokte voor nog meer beschuit met muisjes, nam mijn zus het geboortekaartje van de schouw. Ze gniffelde. En de geboorte van de achterkleindochter, zijn eerste vrouwelijke nazaat, zal verder ook helemaal niets met Karels nieuwverworven feminisme te maken hebben gehad.
Van een klant met een mondkapje, roze haar en een heel jeugdige uitstraling, vind ik het moeilijk om zijn leeftijd te schatten. Als verkoopster van alcoholische dranken ben ik verplicht tot 25 jaar een identiteitsbewijs te vragen, dus ook aan deze klant die een fles rum wil afrekenen. „I don’t have an ID with me!” zegt hij. Als ik hem wil uitleggen dat ik het niet mag verkopen, trekt hij zijn shirt uit en wijst op zijn volgetatoeëerde lijf. „Look, lady, look, tattoos are only allowed when you’re eighteen, right? Do you want to see more?” Ik bedenk wat hij nog meer gaat laten zien, maar dan trekt hij zijn mondkapje weg. Hij is duidelijk ouder dan 25.
Regelmatig kom ik een verwarde man tegen bij het Amstelstation in Amsterdam. Zijn been in het gips, zijn hand houdt hij smekend op. Met een verhaal geld nodig te hebben voor de taxi naar het ziekenhuis klampt hij voorbijgangers aan. Het OLVG is vlakbij, dus niemand trapt erin.
Laatst liep mijn moeder (75) hem tegen het lijf. Ze is altijd vrijgevig en ziet in ieder mens het goede, maar laat hem weten haar geld al te hebben weggeven aan de vorige bedelaar. Medelijdend kijkt ze hem aan, en zegt: „Maar ik kan je wel de zegen geven”. De man laat haar begaan en stamelt gewoontegetrouw: „Dank u, dank u.”
Tijdens een bevalling, die plaatsvindt in het academisch ziekenhuis, maak ik kennis met de aanstaande vader. Hij heeft een voor mij heel bekend gezicht, maar ik kan hem niet thuisbrengen. Ik vraag hem waar we elkaar van kunnen kennen. Hij zegt plagerig: „Dat wordt strakjes wel duidelijk, dokter.”
Zodra zijn kind geboren wordt, roept hij, dolenthousiast: „Hora est!”
Bij mij valt dan pas het kwartje: hij is de pedel van de universiteit.
Wij gaan binnenkort verhuizen en we zetten de nodige overtollige spullen op Marktplaats. Zo ook een Auping bed van meer dan twintig jaar oud.
Ik krijg een telefoontje. „Ik wil het bed graag kopen maar ik heb het wel heel snel nodig, kan ik het zo komen halen?” Binnen een half uur wordt er aangebeld. Een keurige heer in een zwart pak staat voor de deur. Hij verklaart dat hij als begrafenisondernemer een acuut tekort aan bedden heeft door de oversterfte. Wij tillen het bed samen in de lijkwagen. Opgetogen neemt de heer in het zwart afscheid. „Over twee uur ligt er iemand op.”
Krokussen
Ik sta bij de plantenwinkel om een bakje krokussen af te rekenen. Voor mij staat een vrouw met eenzelfde bakje krokussen. De vrouw rekent af. „Is het een cadeautje?” vraagt de winkelier. „Ja, mijn schoonmoeder”, zegt de vrouw. „Een heel vervelend mens.” De plantenman reikt naar een katrolletje met gekleurde linten op de balie. „Deze kleur maar doen?” Hij pakt een oranje lint. „Doe maar”, zegt de vrouw. „Volgens mij haat ze oranje.”
Erik Slingerland
LikeLike
😆
LikeLike
Mortuarium
Mijn vader (106 jaar oud) is gevallen en heeft een lelijke zwelling op zijn arm. Dan maar even langs de huisartsenpost. Ik tik het adres in het navigatiesysteem van mijn auto en we gaan op weg. Bij aankomst herkennen we het gebouw niet, dit is niet de huisartsenpost van vroeger. We stappen uit en gaan kijken. Boven de ingang hangt een bordje met de tekst ‘Mortuarium’.
„Nee”, zegt mijn vader, „dat is nog iets te vroeg.”
Ysbrand Galama
LikeGeliked door 1 persoon
Toevallig in het NRC van vandaag nog een twééde verhaal over een krasse 105+ man:
Gelijk
Dit weekend aten mijn zus en ik met onze oudoom Karel (109) beschuit met muisjes omdat hij voor het eerst overgrootvader was geworden. De feestvreugde was echter ver te zoeken. Karel foeterde aan de lopende band over de misstanden bij The Voice. „Het is een bende”, mopperde hij, „en nu zijn er dus allemaal politici die roepen dat #MeToo op de werkvloer moet worden aangekaart, dat er een meldingsplicht moet komen enzo, terwijl ze nog steeds niet de wortel van het probleem willen aanpakken.”
„En dat is?” vroeg ik, verrast dat Karel zich eens over iets anders opwond dan zijn buren.
„Geld!” zei hij. „Dat is nou eenmaal verbonden met macht. We leven in een land waarin vrouwen niet alleen seksueel, maar ook financieel kwetsbaar zijn, en die twee houden verband met elkaar.”
„Maar wat heeft de politiek daar dan mee te maken”, vroeg mijn zus voorzichtig.
„Nou ja”, ging Karel verder, „er wordt vanuit de regering amper actie ondernomen om mannen en vrouwen eens gelijk te gaan betalen. Onze overheid kreeg in 2020 nog door het Europees Comité voor Sociale Rechten op haar kop omdat ze te weinig doet aan de loonkloof hier. En ze mag zich ook weleens extra gaan inzetten om meer vrouwen aan de top te krijgen in het bedrijfsleven.”
Hij schonk zichzelf nog een jenever in en vervolgde: „Betaling en positionering hebben gewoon invloed op hoe we over vrouwen denken, wat voor waarde we hun toekennen, met hoeveel respect we hen bejegenen. Als we daar niets aan doen, blijven er machtsstructuren in stand, waardoor types als die Ali B. denken dat als het erop aankomt, iedereen hem zal geloven en niet zijn slachtoffer, en hij dus gewoon zijn gang kan gaan. Als een vrouw letterlijk niet evenveel verdient als een man, zullen mensen, zowel mannen als vrouwen, geloven dat dat dan ook figuurlijk wel het geval zal zijn. En zo worden haar grenzen minder waard.”
Daar kauwden wij even in stilte op.
„Ik had nooit gedacht dit ooit allemaal uit jouw mond te zullen horen”, zei mijn zus uiteindelijk. „Vroeger riep je altijd dat vrouwenrechtenactivisten zich aanstelden.”
„Je lijkt wel een feminist!” zei ik.
„Nou ja”, mompelde Karel, „ik heb me gewoon eens ingelezen.”
Terwijl hij de keuken in sjokte voor nog meer beschuit met muisjes, nam mijn zus het geboortekaartje van de schouw. Ze gniffelde. En de geboorte van de achterkleindochter, zijn eerste vrouwelijke nazaat, zal verder ook helemaal niets met Karels nieuwverworven feminisme te maken hebben gehad.
Ellen Deckwitz
LikeGeliked door 2 people
😀
LikeLike
Een fles rum
Van een klant met een mondkapje, roze haar en een heel jeugdige uitstraling, vind ik het moeilijk om zijn leeftijd te schatten. Als verkoopster van alcoholische dranken ben ik verplicht tot 25 jaar een identiteitsbewijs te vragen, dus ook aan deze klant die een fles rum wil afrekenen. „I don’t have an ID with me!” zegt hij. Als ik hem wil uitleggen dat ik het niet mag verkopen, trekt hij zijn shirt uit en wijst op zijn volgetatoeëerde lijf. „Look, lady, look, tattoos are only allowed when you’re eighteen, right? Do you want to see more?” Ik bedenk wat hij nog meer gaat laten zien, maar dan trekt hij zijn mondkapje weg. Hij is duidelijk ouder dan 25.
Rian Los
LikeLike
Bedelaar
Regelmatig kom ik een verwarde man tegen bij het Amstelstation in Amsterdam. Zijn been in het gips, zijn hand houdt hij smekend op. Met een verhaal geld nodig te hebben voor de taxi naar het ziekenhuis klampt hij voorbijgangers aan. Het OLVG is vlakbij, dus niemand trapt erin.
Laatst liep mijn moeder (75) hem tegen het lijf. Ze is altijd vrijgevig en ziet in ieder mens het goede, maar laat hem weten haar geld al te hebben weggeven aan de vorige bedelaar. Medelijdend kijkt ze hem aan, en zegt: „Maar ik kan je wel de zegen geven”. De man laat haar begaan en stamelt gewoontegetrouw: „Dank u, dank u.”
Marieke Bos
LikeLike
Hora est!
Tijdens een bevalling, die plaatsvindt in het academisch ziekenhuis, maak ik kennis met de aanstaande vader. Hij heeft een voor mij heel bekend gezicht, maar ik kan hem niet thuisbrengen. Ik vraag hem waar we elkaar van kunnen kennen. Hij zegt plagerig: „Dat wordt strakjes wel duidelijk, dokter.”
Zodra zijn kind geboren wordt, roept hij, dolenthousiast: „Hora est!”
Bij mij valt dan pas het kwartje: hij is de pedel van de universiteit.
Hans Vemer
LikeLike
Leuk ikje, maar stampte de pedel wel enkele malen met de pedelstaf – of wat hij ook maar bij zich had – op de grond? Dat hoort er ook bij! 😁
https://historiek.net/hora-est-het-is-tijd/128583/
LikeGeliked door 2 people
Oversterfte
Wij gaan binnenkort verhuizen en we zetten de nodige overtollige spullen op Marktplaats. Zo ook een Auping bed van meer dan twintig jaar oud.
Ik krijg een telefoontje. „Ik wil het bed graag kopen maar ik heb het wel heel snel nodig, kan ik het zo komen halen?” Binnen een half uur wordt er aangebeld. Een keurige heer in een zwart pak staat voor de deur. Hij verklaart dat hij als begrafenisondernemer een acuut tekort aan bedden heeft door de oversterfte. Wij tillen het bed samen in de lijkwagen. Opgetogen neemt de heer in het zwart afscheid. „Over twee uur ligt er iemand op.”
Michiel Koning
LikeLike
De in zwart geklede heer heeft zwarte humor.
LikeGeliked door 1 persoon