Op de Dubai Expo staat de ligging van de landenpaviljoens niet heel helder aangegeven. Ik sta te turen op een bord als er een klein kereltje naast me komt staan. Hij blijkt toevallig net als ik naar het paviljoen van Japan op zoek te zijn. Als we het gevonden hebben, wandelen we er samen heen. Hij is zes en komt uit Syrië. Waarom wil jij naar het Japanse paviljoen? vraag ik hem. „I like the enemy”, zegt hij. The enemy? Wat spookt Japan in zijn thuisland uit? Het duurt even, dan begrijp ik hem. Hij heeft het over stripcultuur: ‘anime’.
Ik (48) heb gereserveerd in het plaatselijke eetcafé voor een daghap met mijn moeder. Ik ben wat eerder dan zij en zit dus even alleen aan het tafeltje. Een jongetje merkt dit op. Na enige tijd komt hij naar mij toe en vraagt: „Wat doet u hier?” „Ik wacht op mijn moeder.” Het blijft even stil. „Bent u een kind dan?”
Bij de priklocatie voor mijn booster lever ik het formulier in waarop onder meer staat dat ik allergisch ben voor schaal- en schelpdieren. „Ach, wat naar voor u”, zegt het meisje dat de intake doet. „Dan kunt u dus nooit een dagje naar het strand.”
De bel gaat. Ik doe open: niemand. Ik kijk links en rechts de straat in. Uit een buurhuis komen twee jongetjes van een jaar of zeven, acht. „Hebben jullie gebeld?” „Nee”, roept het grootste jongetje. Het andere jongetje aarzelt. „Ja”, zegt hij. „Het was maar een grapje.” Ik steek mijn duim op: „Goed dat je het zegt.” En nu wil ik zo graag weten hoe het over vijftig jaar gaat met die twee jongens.
Ik sta bij de haringkar. Bobbie krijgt een vissenkop van mij. Daar smult ze van. Zegt de stokoude vrouw naast me: „In een volgende leven wil ik terugkomen als jouw hond.”
Vijand
Op de Dubai Expo staat de ligging van de landenpaviljoens niet heel helder aangegeven. Ik sta te turen op een bord als er een klein kereltje naast me komt staan. Hij blijkt toevallig net als ik naar het paviljoen van Japan op zoek te zijn. Als we het gevonden hebben, wandelen we er samen heen. Hij is zes en komt uit Syrië. Waarom wil jij naar het Japanse paviljoen? vraag ik hem. „I like the enemy”, zegt hij. The enemy? Wat spookt Japan in zijn thuisland uit? Het duurt even, dan begrijp ik hem. Hij heeft het over stripcultuur: ‘anime’.
Freek Vossenaar
LikeGeliked door 1 persoon
Kind
Ik (48) heb gereserveerd in het plaatselijke eetcafé voor een daghap met mijn moeder. Ik ben wat eerder dan zij en zit dus even alleen aan het tafeltje. Een jongetje merkt dit op. Na enige tijd komt hij naar mij toe en vraagt: „Wat doet u hier?” „Ik wacht op mijn moeder.” Het blijft even stil. „Bent u een kind dan?”
Nicolet van der Meer
LikeLike
Hahahaha!
LikeGeliked door 1 persoon
Schelp
Bij de priklocatie voor mijn booster lever ik het formulier in waarop onder meer staat dat ik allergisch ben voor schaal- en schelpdieren. „Ach, wat naar voor u”, zegt het meisje dat de intake doet. „Dan kunt u dus nooit een dagje naar het strand.”
Rob Daniëls
LikeLike
Belletje trekken
De bel gaat. Ik doe open: niemand. Ik kijk links en rechts de straat in. Uit een buurhuis komen twee jongetjes van een jaar of zeven, acht. „Hebben jullie gebeld?” „Nee”, roept het grootste jongetje. Het andere jongetje aarzelt. „Ja”, zegt hij. „Het was maar een grapje.” Ik steek mijn duim op: „Goed dat je het zegt.” En nu wil ik zo graag weten hoe het over vijftig jaar gaat met die twee jongens.
Lisette Thooft
LikeLike
Klompen
Op weg naar de winkelstraat loop ik op klompen (ander schoeisel heb ik niet) over een uit straatstenen bestaand trottoir.
Twintig meter voor mij drukt een vrouw zich ruggelings tegen een etalageruit.
Als ik haar passeer lacht ze besmuikt: „Ik dacht dat er een paard aankwam.”
Hayo van Weringh
LikeGeliked door 2 people
😆
LikeLike
Haring
Ik sta bij de haringkar. Bobbie krijgt een vissenkop van mij. Daar smult ze van. Zegt de stokoude vrouw naast me: „In een volgende leven wil ik terugkomen als jouw hond.”
Carolien Oosterhoff
LikeLike
Nou, laat Carolien de oude dame dan nu een vissenkop geven.
LikeLike