Fietsend op een geasfalteerd fietspad door de duinen zie ik drie vrouwen op mijn helft fietsend naderen. Voor de zekerheid bel ik. De voorste twee gaan tijdig naar rechts. Ik kan kiezen uit een frontale botsing met de derde of van het pad af. Ik kom in het rulle zand en maak een schuiver op mijn hoofd en schouder. De tegenliggers vermeden een laag zand op hun helft. Ik sta op (gelukkig geen lichamelijke schade) en hoor de vrouwen in koor roepen: „U rijdt veel te hard.”
Bij het opschonen van archiefdozen vind ik een klein, ogenschijnlijk handgeschreven pamfletje: „De wereld is eindig. Een kleine bol, een beperkte hoeveelheid energie. Ze wordt uitgeknepen als een citroen. Eerst steenkool, dan olie, gas, straks kernenergie. De rommel wordt achtergelaten. Er wordt roofbouw gepleegd op een ontstellende en onverantwoordelijke manier. Grijp de strohalm voor het te laat is!” De tekst grijpt me aan. Het pamflet van actiegroep Strohalm zal zo’n vijftig jaar oud zijn. Vijftig jaar! Zijn er nog wel strohalmen over?
Een vader komt aan de balie van de bibliotheek om een boek voor zijn achtjarige zoon te lenen. Het gaat om een jeugdboek uit de zeer populaire serie ‘Dogman’. Met titels als De woef van de wildernis en Misdaad en blaf zijn de stripachtige verhalen een enorm succes. Op mijn vraag of zijn zoon graag leest, geeft de vader een beetje teleurgesteld antwoord dat het nog wat tegen valt. Dus ik zeg dat de Dogman-boeken zeker zullen gaan helpen om de leeshonger aan te wakkeren. „Ja”, zegt de vader, „dit jaar Dogman, volgend jaar Tolstoj.”
Vanuit mijn raam zie ik het speelplein van een basisschool. De kinderen spelen buiten. Er komen langzaam twee politieagenten aanlopen. Grote breedgeschouderde mannen, allebei een bonkig kaal hoofd, een heeft een flinke baard. Ze zien er indrukwekkend uit. De politieagenten spreken de kinderen – ik schat ze een jaar of 7 – aan. Ik stel me voor dat de kinderen met ontzag naar de politieagenten kijken. Dan maakt de agent met de baard een fraaie ouderwetse radslag op straat samen met twee meisjes.
Op vakantie ga ik altijd graag naar het naaktstrand. Bij het bezoek aan een nieuwe plek word ik gewaarschuwd door een familie naast mij. „Er loopt een vreemd mannetje in de duinen dat soms dames op het naaktstrand aanspreekt, maar je hoeft niet bang voor hem te zijn.”
Inderdaad, een uurtje later daalt er een mannetje van het duin af en spreekt mij schuchter aan.
„Wilt u seks met mij?” „Nee, dank u”, zeg ik beleefd. „O, jammer”, zegt hij en sloft moedeloos terug de duinen in.
De doorgaande weg in ons dorp is opgebroken. De Dorpsstraat die nu moet worden genomen heeft eenrichtingsverkeer. Een passerende auto draait het raampje open en een vrouw vraagt waar de supermarkt is. Ik wijs hen de richting, maar zeg dat ze de auto zullen moeten parkeren en moeten lopen. De vrouw kijkt me een beetje verdwaasd aan. „Lopen,” zegt ze, „dat doen wij niet, hè, schat, daar zijn we te oud voor.” Ze rijden door en dat gaat prima. Verkeersregels worden sterk overschat.
Zand
Fietsend op een geasfalteerd fietspad door de duinen zie ik drie vrouwen op mijn helft fietsend naderen. Voor de zekerheid bel ik. De voorste twee gaan tijdig naar rechts. Ik kan kiezen uit een frontale botsing met de derde of van het pad af. Ik kom in het rulle zand en maak een schuiver op mijn hoofd en schouder. De tegenliggers vermeden een laag zand op hun helft. Ik sta op (gelukkig geen lichamelijke schade) en hoor de vrouwen in koor roepen: „U rijdt veel te hard.”
Jan Willem Beek
LikeLike
Tja, je moet toch wat hebben als excuus. 😜
LikeGeliked door 1 persoon
Strohalm
Bij het opschonen van archiefdozen vind ik een klein, ogenschijnlijk handgeschreven pamfletje: „De wereld is eindig. Een kleine bol, een beperkte hoeveelheid energie. Ze wordt uitgeknepen als een citroen. Eerst steenkool, dan olie, gas, straks kernenergie. De rommel wordt achtergelaten. Er wordt roofbouw gepleegd op een ontstellende en onverantwoordelijke manier. Grijp de strohalm voor het te laat is!” De tekst grijpt me aan. Het pamflet van actiegroep Strohalm zal zo’n vijftig jaar oud zijn. Vijftig jaar! Zijn er nog wel strohalmen over?
Petra de Vries
LikeLike
Woef
Een vader komt aan de balie van de bibliotheek om een boek voor zijn achtjarige zoon te lenen. Het gaat om een jeugdboek uit de zeer populaire serie ‘Dogman’. Met titels als De woef van de wildernis en Misdaad en blaf zijn de stripachtige verhalen een enorm succes. Op mijn vraag of zijn zoon graag leest, geeft de vader een beetje teleurgesteld antwoord dat het nog wat tegen valt. Dus ik zeg dat de Dogman-boeken zeker zullen gaan helpen om de leeshonger aan te wakkeren. „Ja”, zegt de vader, „dit jaar Dogman, volgend jaar Tolstoj.”
Sandra van Dok
LikeLike
Denk het niet. :-p
LikeGeliked door 1 persoon
Radslag
Vanuit mijn raam zie ik het speelplein van een basisschool. De kinderen spelen buiten. Er komen langzaam twee politieagenten aanlopen. Grote breedgeschouderde mannen, allebei een bonkig kaal hoofd, een heeft een flinke baard. Ze zien er indrukwekkend uit. De politieagenten spreken de kinderen – ik schat ze een jaar of 7 – aan. Ik stel me voor dat de kinderen met ontzag naar de politieagenten kijken. Dan maakt de agent met de baard een fraaie ouderwetse radslag op straat samen met twee meisjes.
Vincent Luyendijk
LikeLike
En toen keken de meisjes met ontzag naar de agent met de baard.
LikeLike
Schuchter
Op vakantie ga ik altijd graag naar het naaktstrand. Bij het bezoek aan een nieuwe plek word ik gewaarschuwd door een familie naast mij. „Er loopt een vreemd mannetje in de duinen dat soms dames op het naaktstrand aanspreekt, maar je hoeft niet bang voor hem te zijn.”
Inderdaad, een uurtje later daalt er een mannetje van het duin af en spreekt mij schuchter aan.
„Wilt u seks met mij?” „Nee, dank u”, zeg ik beleefd. „O, jammer”, zegt hij en sloft moedeloos terug de duinen in.
Anja de Man
LikeLike
Wat sneu voor het mannetje. 😜
LikeGeliked door 1 persoon
Regels
De doorgaande weg in ons dorp is opgebroken. De Dorpsstraat die nu moet worden genomen heeft eenrichtingsverkeer. Een passerende auto draait het raampje open en een vrouw vraagt waar de supermarkt is. Ik wijs hen de richting, maar zeg dat ze de auto zullen moeten parkeren en moeten lopen. De vrouw kijkt me een beetje verdwaasd aan. „Lopen,” zegt ze, „dat doen wij niet, hè, schat, daar zijn we te oud voor.” Ze rijden door en dat gaat prima. Verkeersregels worden sterk overschat.
Margreet van Schie
LikeLike