Het is een mooie winderige dag, als ik in zee ga zwemmen.
Opeens waait er zo’n lichtgewicht, plastic luchtbed langs. Ik moet echt héél snel zwemmen, om dat ding in te halen.
Als ik het eindelijk vast heb en er mee terug naar de kant zwem, komt er een jongetje naar me toe, grist het luchtbed uit m’n hand en zegt: „Geef hier, die is van mij.”
Anya Drok
Bas:
Ja, dat was heel ondankbaar van dat jongetje. Maar ja, die zwemmen er ook. Ga in je ligbad zwemmen als je die niet tegen wil komen.
Bij de gekjes heeft DSR een maandagochtend humeurtje, hij doet erg lelijk tegen het NRC. Lummel betracht een ging-het-verdertje, met een overbodige laatste zin:
… Tijdens het grissen schuurde het luchtbed langs mijn puntige ring. Toen het kleine kreng het strand opliep had hij een slap, nat, plastic zeil in zijn handen.
We gaan uit eten, en dat regelen we via onze WhatsAppgroep ‘Senioren’. Na wat heen en weer ge-app neemt één van ons het op zich om iets te reserveren. En het is gelukt, getuige het appje van een foto van de uitgeprinte bevestigingsmail van het restaurant.
Annemarie Verhoef
Bas stapt met ogen groot van verbazing door het leven:
Het meest bijzondere is de naam van het WhatsAppgroepje. “Senioren”, senioren wie, senioren wat, senioren in het algemeen? Zelfspot ten top, Mopperkont zou er wel raad mee weten.
Van DSR mogen “achterblijvende ouwetjes” geen verslag meer doen van digitaal gesukkel:
Maar ageism is ageism, en dat is niet minder verwerpelijk als het uit de groep zelf voortkomt!
Als eerste zou dan de podcast van Maarten van Rossem verboden moeten worden. Bij Maarten gaat naar eigen zeggen, zelfs met ervaren hulp, alles mis op de digitale snelweg.
Achter mij in de rij voor de kassa van de supermarkt staat een jongetje van een jaar of dertien. Duidelijk een scholier van het naastgelegen gymnasium. Hij heeft een croissant om af te rekenen en ik heb een volle kar. „Ga jij maar voor”, zeg ik, „anders ben je straks te laat na de pauze.” Hij rekent zijn tachtig cent af met een euro en krijgt twintig cent terug. Hij reikt mij de munt aan: „Dank u wel, dat ik voor mocht gaan, mevrouw, en deze is voor u.”
Trudy Prins
Bas is in een kalme vredelievende stemming:
Da’s erg attent van het jongetje. Trudy zag er wellicht uit alsof ze het nodig had? Die jongen komt er wel, meer van dat type graag.
DSR maakt zich druk om niks met als resultaat deze warrige reactie:
Voor laten? Voor laten wat? Voor laten gaan?
Een vriendelijk gebaar maar onbedoeld toch ongepast. Zag een scholier op dezelfde manier eens een stuiver fooi geven aan de kassjuffrouw bij wie je de minachting van het gezicht kon afschaffen.
Zondagochtend aan de ontbijttafel neemt het gesprek een zware wending. Ik zeg dat ik bang ben om dood te gaan terwijl mijn kinderen me nog nodig hebben. De zoon van 22 die een weekend thuis is, ziet dat anders. „Daar hoef je niet bang voor te zijn”, zegt hij, „we redden ons wel. Echt mam, je bent er alleen nog maar voor de gezelligheid.”
Irma Laponder
Bas: “Noem dat maar gezellig!”
DSR vindt dat de schrijfster blij moet zijn met de reactie van de zoon en komt dan met deze onbegrijpelijke zin:
Juist daarom deponeert het afstandelijke ‘de’ zoon.
Hij bedoelt natuurlijk “detoneert“.
Het wemelt bij DSR van dat soort fouten. Hij is en blijft een digibeet (geeft zijn mobiel de schuld). Weet blijkbaar nog steeds niet hoe je automatische spellingcontrole uit moet zetten.
Mijn vader is digibeet. Zo kreeg ik een serie appjes met cijfers. Ik vroeg om opheldering. „Is niet voor jou”, appte hij. Ik realiseerde me dat hij onze chat gebruikte als notitieblok voor meterstanden, omdat hij niet begrijpt dat daar ook gewoon een notitieapp voor bestaat. Erger dan dit kon het niet worden. Dacht ik. Tot ik een appje van mijn stiefmoeder kreeg. Op de foto: mijn vader op kantoor die een monitor op zijn kant heeft gezet omdat hij niet weet hoe hij de tekst op het scherm kan draaien.
Amber Vorstenbosch
Bas:
Is toch oplossingsgericht? Beter dan met je armen over elkaar op de jongen of meisje van de helpdesk te gaan zitten wachten.
Bij de gekjes speelt een notoire digibeet het klaar om het ikje drie keer te plaatsen en schrijft dan: “Hier gebeuren vreemde dingen.“.
Ja, in zijn eigen hersenpannetje 🙂
Diezelfde digibeet kan zich uiteraard volledig verplaatsen in de vader:
Twee digibeten-Ik-jes in een week -zucht-.
Wij lezers zijn niet te benijden, de vader die door dochter en vrouw op de korrel wordt genomen evenmin.
Ik werk in de keuken van een pannenkoekenrestaurant en breng het eten naar de gasten. Er zitten twee mensen aan de tafel en ik heb twee pannenkoeken. Ik zet het ene gerecht neer bij de vrouw. Waarop de man lacherig zegt: „Ja, dan moet die andere voor mij zijn, hè?” Ik lach vriendelijk naar de man, maar ik heb die opmerking al honderden keren gehoord. Een paar minuten later moet ik naar een andere tafel waar precies hetzelfde gebeurt. Ook hier lach ik vriendelijk en denk: het is ook altijd hetzelfde.
Isabel van Breemen
Bas:
Zo’n beetje elke zin is overbodig. Maar goed, ze bakt misschien heerlijke pannenkoeken en dat is ook wat waard.
DSR:
De ware clou is de vaststelling van de inzender dat herhaling van werkzaamheden en vriendelijk glimlachen uit beleefdheid opmerkelijk zijn.
Het valt me op dat ook in het commentaar van de twee heren bij herhaling overbodige zinnen staan.
Met het gevaar in een Droste-effect terecht te komen: DSR die bij herhaling klaagt dat een ikje banaal is. Zo banaal!
Luchtbed
Het is een mooie winderige dag, als ik in zee ga zwemmen.
Opeens waait er zo’n lichtgewicht, plastic luchtbed langs. Ik moet echt héél snel zwemmen, om dat ding in te halen.
Als ik het eindelijk vast heb en er mee terug naar de kant zwem, komt er een jongetje naar me toe, grist het luchtbed uit m’n hand en zegt: „Geef hier, die is van mij.”
Anya Drok
Bas:
Bij de gekjes heeft DSR een maandagochtend humeurtje, hij doet erg lelijk tegen het NRC. Lummel betracht een ging-het-verdertje, met een overbodige laatste zin:
LikeLike
😁
LikeLike
Uitgeprint
We gaan uit eten, en dat regelen we via onze WhatsAppgroep ‘Senioren’. Na wat heen en weer ge-app neemt één van ons het op zich om iets te reserveren. En het is gelukt, getuige het appje van een foto van de uitgeprinte bevestigingsmail van het restaurant.
Annemarie Verhoef
Bas stapt met ogen groot van verbazing door het leven:
Van DSR mogen “achterblijvende ouwetjes” geen verslag meer doen van digitaal gesukkel:
Als eerste zou dan de podcast van Maarten van Rossem verboden moeten worden. Bij Maarten gaat naar eigen zeggen, zelfs met ervaren hulp, alles mis op de digitale snelweg.
LikeLike
Ikje: Ach jee, wordt alleen de tafel vergeven en de senioren niet? Wat sneu!
LikeLike
Voor laten
Achter mij in de rij voor de kassa van de supermarkt staat een jongetje van een jaar of dertien. Duidelijk een scholier van het naastgelegen gymnasium. Hij heeft een croissant om af te rekenen en ik heb een volle kar. „Ga jij maar voor”, zeg ik, „anders ben je straks te laat na de pauze.” Hij rekent zijn tachtig cent af met een euro en krijgt twintig cent terug. Hij reikt mij de munt aan: „Dank u wel, dat ik voor mocht gaan, mevrouw, en deze is voor u.”
Trudy Prins
Bas is in een kalme vredelievende stemming:
DSR maakt zich druk om niks met als resultaat deze warrige reactie:
LikeLike
Gezelligheid
Zondagochtend aan de ontbijttafel neemt het gesprek een zware wending. Ik zeg dat ik bang ben om dood te gaan terwijl mijn kinderen me nog nodig hebben. De zoon van 22 die een weekend thuis is, ziet dat anders. „Daar hoef je niet bang voor te zijn”, zegt hij, „we redden ons wel. Echt mam, je bent er alleen nog maar voor de gezelligheid.”
Irma Laponder
Bas: “Noem dat maar gezellig!”
DSR vindt dat de schrijfster blij moet zijn met de reactie van de zoon en komt dan met deze onbegrijpelijke zin:
Hij bedoelt natuurlijk “detoneert“.
Het wemelt bij DSR van dat soort fouten. Hij is en blijft een digibeet (geeft zijn mobiel de schuld). Weet blijkbaar nog steeds niet hoe je automatische spellingcontrole uit moet zetten.
LikeLike
Ikjes Voor laten en Gezelligheid: best grappig.
LikeLike
Op zijn kant
Mijn vader is digibeet. Zo kreeg ik een serie appjes met cijfers. Ik vroeg om opheldering. „Is niet voor jou”, appte hij. Ik realiseerde me dat hij onze chat gebruikte als notitieblok voor meterstanden, omdat hij niet begrijpt dat daar ook gewoon een notitieapp voor bestaat. Erger dan dit kon het niet worden. Dacht ik. Tot ik een appje van mijn stiefmoeder kreeg. Op de foto: mijn vader op kantoor die een monitor op zijn kant heeft gezet omdat hij niet weet hoe hij de tekst op het scherm kan draaien.
Amber Vorstenbosch
Bas:
Bij de gekjes speelt een notoire digibeet het klaar om het ikje drie keer te plaatsen en schrijft dan: “Hier gebeuren vreemde dingen.“.
Ja, in zijn eigen hersenpannetje 🙂
Diezelfde digibeet kan zich uiteraard volledig verplaatsen in de vader:
LikeLike
Ikje Op zijn kant: Mwah.
LikeLike
Hetzelfde
Ik werk in de keuken van een pannenkoekenrestaurant en breng het eten naar de gasten. Er zitten twee mensen aan de tafel en ik heb twee pannenkoeken. Ik zet het ene gerecht neer bij de vrouw. Waarop de man lacherig zegt: „Ja, dan moet die andere voor mij zijn, hè?” Ik lach vriendelijk naar de man, maar ik heb die opmerking al honderden keren gehoord. Een paar minuten later moet ik naar een andere tafel waar precies hetzelfde gebeurt. Ook hier lach ik vriendelijk en denk: het is ook altijd hetzelfde.
Isabel van Breemen
Bas:
DSR:
Het valt me op dat ook in het commentaar van de twee heren bij herhaling overbodige zinnen staan.
Met het gevaar in een Droste-effect terecht te komen: DSR die bij herhaling klaagt dat een ikje banaal is. Zo banaal!
LikeLike
Ikje Hetzelfde: Hoeft voor mij niet.
LikeLike