In de supermarkt komt een klein jongetje met zijn kinderboodschappenwagentje ten val en zet het op een huilen. Ik help hem overeind, ook zijn vader biedt hulp.
Even later kom ik hen opnieuw tegen. „Het gaat goed met hem,” zegt zijn vader, „het zeuren is alweer begonnen”.
Fred Bleichrodt
Met Bas gaat het ook goed en hij is in zijn intro opvallend positief over een bepaalde foto:
Op het belendende blog, waar ik stomtoevallig eens een keertje kwam, kwam ik een prachtige foto van een roestige fiets tegen. De fotograaf, Heer Rozenwater, had hem gemaakt ergens bij een begraafplaats in Amsterdam. Meesterwerkje. En ik meen het nog ook. Zo moeten roestige fietsen gefotografeerd worden. Kijk naar die vorm van die twee wielen die dus terugkomt op de muur links.
Ons Basje meent dat de compositie een toevalstreffer is. Hij weet wel beter maar toch hier even het origineel:
Wat ik me wel afvraag is of degene die de opgedregde fiets daar plaatste bewust was van de mooie compositie.
Feyenoord is landskampioen, een euforische massa heeft bezit genomen van de Rotterdamse binnenstad. De sfeer is goed, maar wankel. Schreeuwende jongemannen komen met six-packs bier een supermarkt uit. Binnen staan torens van bierblikjes. „Aanbieding! Van 6,95 voor 6,50.” Twee vakkenvullers houden de stapels op peil. Buiten slaat de sfeer om. Groepjes dronken mannen staan op het punt elkaar te lijf te gaan. Een medewerker belt in paniek de politie: „Het loopt uit de hand voor onze winkel… Jullie moeten nu hierheen komen!”
Johan Sijtzema
Bas:
Ik vermoed dat er een stuk is weggevallen. We zitten middenin het verhaaltje. Wat was de reactie, wat deed Johan daar, kortom wat gebeurde er?
Bij de gekjes meent lummel na twee ikjes al een patroon voor deze week te ontdekken: de supermarkt.
Ik wandel door een van de lommerrijke parken van Den Haag op een van die kronkelende bospaadjes, waar je je als lopend verkeersdeelnemer nog bevrijd kunt voelen van het hardnekkig fietsterrorisme. Een mevrouw op een OV-fiets komt mij tegemoet. Bij het passeren zeg ik haar toch maar: „Mevrouw, dit is een voetpad en geen fietspad”. Mevrouw roept: „Dat kan ik niet weten, ik woon hier niet.”
Pim Waldeck
Bas, geforceerd in de overdrive:
Och, normaliter vliegen daar de groepen schreeuwende mountainbikers voorbij, denk ik. Pim wandelt kennelijk niet veel door lommerrijke parken en de vrije natuur.
Lummel maakt er daarentegen een verlept schamaatje van (“schama”, afkorting goedgekeurd door Philip Freriks voor schaamteloos randstedelijk):
Zo te horen was het in ieder geval geen Amsterdamse vrouw, want die had er flink bij gescholden. En ook geen Rotterdamse want die had gezegd ‘ik woont hier niet’. Ze zal misschien uit Haarlem komen, daar praten ze netjes.
Mijn dochter Liv van vier fietst sinds kort zonder wieltjes. Gisteren ging ze met mij voor het eerst naar oma en opa op de fiets, dat ging goed. Vandaag zei ze: „Ik dacht dat ik het niet kon maar het ging gewoon goed. Ik geloofde het gewoon. Eigenlijk, als je er in gelooft is het gewoon super makkelijk.”
Sicco Stortelder
Bas Storyteller:
Liv, Sicco Stortelder … soms zijn de namen oneindig veel interessanter dan wat ze meemaken.
Bij de gekjes geen verrassende insteek, lummel gelooft het allemaal weer eens niet (als je het gelooft lummel is het super makkelijk). Het wachten is op DSR.
In de tussentijd dan nog maar even googlen op die rare achternaam
Stortelder, naam uit de Achterhoek, gaat terug op stöttel < stadel = 'opslagplaats voor o.a. koren'; de letter -r- is er later ingekomen [Daniëls-1989, p 71]. Stottelaar – "Dit is een specifiek Achterhoekse fn.
Al enige tijd heb ik last van een klassieke belletjetrekker. Ook dit keer lag het plein er uitgestorven bij nadat er schichtig op de bel was gedrukt. Er lag wel een step voor m’n deur. Toen ik eens goed rondkeek zag ik twee kindervoeten onder een struik vandaan steken. Het jongetje dat tevoorschijn kwam, stond er bedremmeld bij. Toen ik vermanend aankondigde dat ik ook eens bij hem zou gaan belletjetrekken, keek hij verrukt. „Ik woon daarginds bij die rode deur op nummer 7”, klonk het behulpzaam.
Dorine Steenbergen
Het ikje deed Bas zijn zijn mondhoeken krullen. Vandaag schrijft hij:
Het tweede ikje van gisteren was dus het zaterdagikje, zoals de snuggeren onder ons al gedacht hadden. Mededeling: het tweede ikje van gisteren is eigenlijk het ikje van vandaag. Dus vandaag lekker vrij, er hoeft NIET gereviewd te worden. Ga iets leuks doen!
Bij de gekjes keek iedereen (gisteren dus al) vertederd terug op het fenomeen belletjetrekken
DSR:
Ach, waar zijn ze nog, die doodenge buurmannen die je je poten zullen breken als je hier nog een keer aanbelt, of die buurvrouw die zo woedend krijste dat je zeker wist dat ze een heks was die je zou komen ‘halen’……
Lummel snoeft, heeft zeker iets te compenseren, een berucht belletjestrekker te zijn geweest. Ad Hok is zijn gebruikelijke bescheidenheid zelve:
Zelf deed ik dat alleen tijdens de luilakviering. Maar ik was dan ook een erg braaf jongetje.
Zeuren
In de supermarkt komt een klein jongetje met zijn kinderboodschappenwagentje ten val en zet het op een huilen. Ik help hem overeind, ook zijn vader biedt hulp.
Even later kom ik hen opnieuw tegen. „Het gaat goed met hem,” zegt zijn vader, „het zeuren is alweer begonnen”.
Fred Bleichrodt
Met Bas gaat het ook goed en hij is in zijn intro opvallend positief over een bepaalde foto:
Ons Basje meent dat de compositie een toevalstreffer is. Hij weet wel beter maar toch hier even het origineel:
Wat ik me wel afvraag is of degene die de opgedregde fiets daar plaatste bewust was van de mooie compositie.
LikeLike
Ikje Zeuren: vreemde vader.
LikeLike
Euforie
Feyenoord is landskampioen, een euforische massa heeft bezit genomen van de Rotterdamse binnenstad. De sfeer is goed, maar wankel. Schreeuwende jongemannen komen met six-packs bier een supermarkt uit. Binnen staan torens van bierblikjes. „Aanbieding! Van 6,95 voor 6,50.” Twee vakkenvullers houden de stapels op peil. Buiten slaat de sfeer om. Groepjes dronken mannen staan op het punt elkaar te lijf te gaan. Een medewerker belt in paniek de politie: „Het loopt uit de hand voor onze winkel… Jullie moeten nu hierheen komen!”
Johan Sijtzema
Bas:
Bij de gekjes meent lummel na twee ikjes al een patroon voor deze week te ontdekken: de supermarkt.
Knap gevonden, lummel!
LikeLike
Eigenaardig Ikje.
LikeGeliked door 1 persoon
Bij de huisarts
„Wat denk je zelf dat het is?”
„Jij weet wel wat ik denk.”
„Dat is het niet.”
Opgelucht haalde ik adem en zag de toekomst weer rooskleurig.
Marjan Spelbrink
Bas:
pawi:
LikeLike
Ikje Bij de huisarts: eigenaardig.
LikeLike
Weten
Ik wandel door een van de lommerrijke parken van Den Haag op een van die kronkelende bospaadjes, waar je je als lopend verkeersdeelnemer nog bevrijd kunt voelen van het hardnekkig fietsterrorisme. Een mevrouw op een OV-fiets komt mij tegemoet. Bij het passeren zeg ik haar toch maar: „Mevrouw, dit is een voetpad en geen fietspad”. Mevrouw roept: „Dat kan ik niet weten, ik woon hier niet.”
Pim Waldeck
Bas, geforceerd in de overdrive:
Lummel maakt er daarentegen een verlept schamaatje van (“schama”, afkorting goedgekeurd door Philip Freriks voor schaamteloos randstedelijk):
LikeLike
Ikje Weten: Volgens mij staan bij voetpaden en fietspaden borden met informatie of het voor lopen of fietsen is.
LikeLike
Makkelijk
Mijn dochter Liv van vier fietst sinds kort zonder wieltjes. Gisteren ging ze met mij voor het eerst naar oma en opa op de fiets, dat ging goed. Vandaag zei ze: „Ik dacht dat ik het niet kon maar het ging gewoon goed. Ik geloofde het gewoon. Eigenlijk, als je er in gelooft is het gewoon super makkelijk.”
Sicco Stortelder
Bas Storyteller:
Bij de gekjes geen verrassende insteek, lummel gelooft het allemaal weer eens niet (als je het gelooft lummel is het super makkelijk). Het wachten is op DSR.
In de tussentijd dan nog maar even googlen op die rare achternaam
LikeLike
Behulpzaam
Al enige tijd heb ik last van een klassieke belletjetrekker. Ook dit keer lag het plein er uitgestorven bij nadat er schichtig op de bel was gedrukt. Er lag wel een step voor m’n deur. Toen ik eens goed rondkeek zag ik twee kindervoeten onder een struik vandaan steken. Het jongetje dat tevoorschijn kwam, stond er bedremmeld bij. Toen ik vermanend aankondigde dat ik ook eens bij hem zou gaan belletjetrekken, keek hij verrukt. „Ik woon daarginds bij die rode deur op nummer 7”, klonk het behulpzaam.
Dorine Steenbergen
Het ikje deed Bas zijn zijn mondhoeken krullen. Vandaag schrijft hij:
Bij de gekjes keek iedereen (gisteren dus al) vertederd terug op het fenomeen belletjetrekken
DSR:
Lummel snoeft, heeft zeker iets te compenseren, een berucht belletjestrekker te zijn geweest. Ad Hok is zijn gebruikelijke bescheidenheid zelve:
LikeLike
Ikje Behulpzaam: best geestig.
LikeLike