Sinds corona drinken we met een aantal straatgenoten op vrijdagmiddag een borrel, gewoon op de stoep of, bij slecht weer, afwisselend bij elkaar thuis. Iedereen is tussen ruwweg zestig en negentig jaar en neemt zelf drank mee. De jongsten bewegen en sporten regelmatig en schuiven soms nog nahijgend en trots op hun prestatie aan. De kwieke pianolerares (88) vertelt dat ze het maar druk heeft met de werklui in haar huis. „Je merkt toch dat je geen tachtig meer bent.”
Frans Stoks
Bas:
Nou, we worden overspoeld met ikjes over mensen die ouder worden en wat er allemaal door hen heen gaat. Deze is niet bijster origineel. Het zal best zo gezegd zijn, maar het blijft een standaardgrapje waarvan mijn mondhoeken niet gaan krullen. Jammer, ik had echt zin in een spetterende sprankelende ikjesweek.
DSR blijft hardnekkig en:
… stelt niets te maken te hebben met de trolaanteigingen en aliassen waar HR hem van beticht.
Misschien kan Ad Hok tijdens het aanstaande zoemuurtje DSR eens op de man af vragen of hij echt niet onder het Thaddeus Plomp pseudoniem heeft getrold op dit blog?
De trein van Amsterdam naar Brussel loopt vertraging op in de buurt van Breda. Een passagier barst in woede uit en gaat onredelijk tekeer tegen de conducteur. Als de passagier is uitgeraasd en wegloopt, kijk ik de conducteur meelevend aan. Hij haalt zijn schouders op en zegt: „Was ik nou toch maar hersenchirurg geworden.”
Jan Stuyt
Bas getuigt van zijn bewondering voor Amsterdammers:
Jazeker, zo gevat kunnen conducteurs zijn. Zeker in treinen uit Amsterdam. Hebben een sterk gevoel voor humor, kunnen goed incasseren. Uitdelen ook.
Luistervinkje DSR zit ook wel eens in de trein:
Ja, de trein tussen Amsterdam (eigenlijk Schiphol, Haarlemmermeer) en Brussel zit vaak vol bijzondere mensen. (…)
Ik zat eens in diezelfde trein schuin tegenover Jan Pronk die aan de praat was met een oude krokodil uit de journalistiek.
Die vroeg of “die Wouter Bos nou nog wat was”. Volgens Pronk zat er wel wat bij, maar ja, vooral veel gedruis en of ’t inhoudelijk nou allemaal wat voorstelde…
De dochter (8) en ik staan bij een parkeerautomaat in Den Haag. Gedoe: muntjes, pinpas, zonenummer, parkeertijden. Er komt iemand aanlopen. Bekend gezicht. Ik ga de registers van mijn geheugen langs: onvindbaar. Bij twijfel groeten. „Hallo!” Vrolijke groet terug. Gelukkig. „Mama! Dat was de minister-president!” Verrek. Dát was het.
Marjolein van Eig
Bas:
Tja, de man ging groetend en grappig en schaterend door het leven.
DSR:
Deze heeft wellicht jarenlang op de plank gelegen tot het juiste moment.
Pawi begreep het hersenchirurg-ikje niet:
Ik snap ‘m weer eens niet. Wat is de grap? Het baantje van een hersenchirurg kabbelt rustig voort tussen 9 en 5?
DSR is zo onnozel het haar uit te leggen:
Het is zelfspot, Pawi.
Iedere boerenlul kan kennelijk conducteur worden, dat ligt anders met een hersenchirurg.
„Als we de tijd zouden loslaten, zou hij het niveau wel halen.” Ik zit bij het oudergesprek van mijn jongste zoon. „Hij leest alles heel nauwkeurig maar helaas niet snel genoeg”, zegt zijn juf bezorgd. Ik voel ineens hoe groot mijn lijf is voor de kleine stoel waarop ik zit. Er dringen zich flarden van vragen aan mij op maar geen enkele vraag vindt zijn weg naar buiten. Of althans niet snel genoeg. Op de fiets oefen ik de tijd los te laten. Langzaam, heel langzaam fiets ik uiteindelijk terug naar huis.
Maaike Nap
Bas snapt het niet:
Maaike snapt het niet. Haar jongste zoon misschien wel. Hij komt er wel, hoor, Maaike. Jij bent er toch ook gekomen? En die flarden van vragen mag je gewoon laten gaan. Die vragen hoef je niet te stellen.
Bij de gekjes een verslag van het zoemuurtje:
DSR:
Het begon ernstig. DSR was goed en wel ingelogd of AH keek hem streng aan over zijn bril. “Zeg DSR, zit jij nou bij Rozenwater te trollen als Thaddeus Plomp of niet?” DSR besefte dat de rest van de avond af zou hangen van zijn antwoord, sloot zijn ogen voor een moment, haalde diep adem en sprak met vaste stem: “Nee. Dat doet DSR niet.”
AH, wiens doordringende blik niet was geweken, knikte: “Ik geloof je.”
Ad Hok bevestigt DSR’s hardnekkig ontkennen maar het is volstrekt duidelijk dat “Ik geloof je” zijn oorsprong heeft gevonden in de dikke duim van DSR:
In grote lijnen kan ik mij goed vinden in het bovenstaande verslag van onze virtuele bijeenkomst, maar DSR gaat wel erg kort door de bocht waar het de zaak Plomp betreft. Na mijn inderdaad indringende openingssalvo, hebben zowel Lummel als ik DSR nog meerdere malen via strikvragen en harde ondervragingstechnieken het vuur aan de schenen gelegd. Maar het moet gezegd, hij bleef tot het eind toe ontkennen ook maar iets met Thaddeus te maken te hebben.
Lummel, die zich steeds meer ontpopt als het schoothondje van DSR, vat de reactie van Ad doortrapt in het voordeel van DSR samen:
Je hebt gelijk Ad. Ik ben er inmiddels volledig van overtuigd dat DSR Thaddeus Plomp niet is.
Vervolgens wordt DSR ongeduldig, denkt blijkbaar dat HR overtuigd zal zijn van zijn onschuld:
En hoe, Heer Rozenwater, bevallen de antwoorden op uw indringende vragen, nauwgezet verzorgd door AH en DSR?
Nou DSR, laat ik je eens op je woord geloven. In dat geval blijven er maar twee scenario’s over, de één nog enger dan de ander:
Scenario 1:
Er is iemand in jouw huishouden die gedetailleerde kennis heeft van DSR en met die kennis een perfecte DSR alias heeft gecreëerd, inclusief alle vervelende trekjes van DSR.
Scenario 2:
Je lijdt aan een gespleten persoonlijkheid (dissociatieve identiteitsstoornis, DIS).
Ik neem het een stuk minder serieus dan het er misschien zo op het oog uitziet. Bij DSR is dat altijd maar de vraag. Zijn oproep mij te bannen, nu ook weer vanwege scenario 1, is volgens mij wel degelijk serieus. Niet te geloven toch?
Dat bannen is trouwens volstrekt onnodig, de behoefte bij de gekjes te reageren is me door lummel volledig ontnomen. Hij verplaatst reacties van mij naar de spelonken van zijn blog. Die zijn daar dan onvindbaar, onbegrijpelijk (want uit de kontekst gehaald) en onleesbaar omdat de opmaak niet mee is gekopieerd.
Dat komt dan vooral door onnozelheid en schoothondjesgedrag van lummel maar dat maakt het niet minder erg.
Als nieuwe moeder van een dochter van anderhalf hoor ik me soms, alsof het automatisch gaat, van die echte moeder-dingen zeggen. Toen ze laatst haar teen stootte, zei ik zonder erover na te denken: „Kusje?”
Ze keek me aan, boog zich voorover en gaf zichzelf een kus op haar voet. Ach ja, misschien is het maar beter om haar jong te leren dat je soms jezelf weer moet oppakken.
Rianne Roggema
Bas, lekker kort, daar hou ik van:
Nou nou, een filosofe als nieuwe moeder. Dat kind boft toch maar. En lenig is ze ook nog eens, zoals alle kinderen. Dat gaat er bij de meesten later uit.
Bij de gekjes heeft DSR nog niet gereageerd (de opa en oma reacties laten we even voor wat het is).
Hier dan toch nog DSR zijn commentaar op het ikje (op de valreep want ik heb wat anders te doen):
Twee zweefouderik-jes na elkaar -zucht-
DSR besluit dat weinig opzienbarende commentaar met faliekant de plank mis te slaan:
Het is 1979. Nederland huisvest in een tot vesting omgebouwd congrescentrum in Noordwijkerhout de NAVO-top. Binnen interview ik als piepjonge VARA-radioverslaggever de secretaris-generaal. Die was niet gecharmeerd van mijn uiterlijk: lang haar, baard, spijkerpak en afgetrapte schoenen. Ook de voor die tijd vlegelachtige vraagstelling droeg niet bij aan de goede sfeer. Na afloop keek Joseph Luns me indringend aan. „Mag ik eens vragen: kruipt u nog veel?”
Bas Linders
Bas:
Tja, al bij de eerste zin heb je geen zin om verder te lezen. Een anekdote van vijftig jaar geleden? Dan moet hij wel keigoed zijn. Is hij niet.
Bij de gekjes geen vermeldenswaardig commentaar maar wel een pawi op zoek…
… naar dat mooie plaatje over Bezadigd Gelijk, een tevreden mens, engeltje op zijn schouder.
Even de hulp van DALL·E ingeroepen en die kwam aan met drie saillante prentjes:
Derde afbeelding toont ondubbelzinnig aan dat AI hevig getraind wordt op inclusiviteit.
Kwiek
Sinds corona drinken we met een aantal straatgenoten op vrijdagmiddag een borrel, gewoon op de stoep of, bij slecht weer, afwisselend bij elkaar thuis. Iedereen is tussen ruwweg zestig en negentig jaar en neemt zelf drank mee. De jongsten bewegen en sporten regelmatig en schuiven soms nog nahijgend en trots op hun prestatie aan. De kwieke pianolerares (88) vertelt dat ze het maar druk heeft met de werklui in haar huis. „Je merkt toch dat je geen tachtig meer bent.”
Frans Stoks
Bas:
DSR blijft hardnekkig en:
Misschien kan Ad Hok tijdens het aanstaande zoemuurtje DSR eens op de man af vragen of hij echt niet onder het Thaddeus Plomp pseudoniem heeft getrold op dit blog?
LikeLike
Ikje Kwiek: Best aardig.
LikeLike
Hersenchirurg
De trein van Amsterdam naar Brussel loopt vertraging op in de buurt van Breda. Een passagier barst in woede uit en gaat onredelijk tekeer tegen de conducteur. Als de passagier is uitgeraasd en wegloopt, kijk ik de conducteur meelevend aan. Hij haalt zijn schouders op en zegt: „Was ik nou toch maar hersenchirurg geworden.”
Jan Stuyt
Bas getuigt van zijn bewondering voor Amsterdammers:
Luistervinkje DSR zit ook wel eens in de trein:
LikeLike
Ikje Hersenchirurg: best grappig.
LikeLike
Vrolijke groet
De dochter (8) en ik staan bij een parkeerautomaat in Den Haag. Gedoe: muntjes, pinpas, zonenummer, parkeertijden. Er komt iemand aanlopen. Bekend gezicht. Ik ga de registers van mijn geheugen langs: onvindbaar. Bij twijfel groeten. „Hallo!” Vrolijke groet terug. Gelukkig. „Mama! Dat was de minister-president!” Verrek. Dát was het.
Marjolein van Eig
Bas:
DSR:
Pawi begreep het hersenchirurg-ikje niet:
DSR is zo onnozel het haar uit te leggen:
LikeLike
Ikje Vrolijke groet: een goeie 8-jarige dochter!
LikeLike
Langzaam
„Als we de tijd zouden loslaten, zou hij het niveau wel halen.” Ik zit bij het oudergesprek van mijn jongste zoon. „Hij leest alles heel nauwkeurig maar helaas niet snel genoeg”, zegt zijn juf bezorgd. Ik voel ineens hoe groot mijn lijf is voor de kleine stoel waarop ik zit. Er dringen zich flarden van vragen aan mij op maar geen enkele vraag vindt zijn weg naar buiten. Of althans niet snel genoeg. Op de fiets oefen ik de tijd los te laten. Langzaam, heel langzaam fiets ik uiteindelijk terug naar huis.
Maaike Nap
Bas snapt het niet:
Bij de gekjes een verslag van het zoemuurtje:
DSR:
Ad Hok bevestigt DSR’s hardnekkig ontkennen maar het is volstrekt duidelijk dat “Ik geloof je” zijn oorsprong heeft gevonden in de dikke duim van DSR:
Lummel, die zich steeds meer ontpopt als het schoothondje van DSR, vat de reactie van Ad doortrapt in het voordeel van DSR samen:
Vervolgens wordt DSR ongeduldig, denkt blijkbaar dat HR overtuigd zal zijn van zijn onschuld:
Nou DSR, laat ik je eens op je woord geloven. In dat geval blijven er maar twee scenario’s over, de één nog enger dan de ander:
Scenario 1:
Er is iemand in jouw huishouden die gedetailleerde kennis heeft van DSR en met die kennis een perfecte DSR alias heeft gecreëerd, inclusief alle vervelende trekjes van DSR.
Scenario 2:
Je lijdt aan een gespleten persoonlijkheid (dissociatieve identiteitsstoornis, DIS).
LikeLike
Roos, denk aan je hart! Laat je toch niet zo opjutten! We eten hier toch allemaal, wat waar is en niet waar…
LikeLike
Geen zorg lieve Indra!
Ik neem het een stuk minder serieus dan het er misschien zo op het oog uitziet. Bij DSR is dat altijd maar de vraag. Zijn oproep mij te bannen, nu ook weer vanwege scenario 1, is volgens mij wel degelijk serieus. Niet te geloven toch?
Dat bannen is trouwens volstrekt onnodig, de behoefte bij de gekjes te reageren is me door lummel volledig ontnomen. Hij verplaatst reacties van mij naar de spelonken van zijn blog. Die zijn daar dan onvindbaar, onbegrijpelijk (want uit de kontekst gehaald) en onleesbaar omdat de opmaak niet mee is gekopieerd.
Dat komt dan vooral door onnozelheid en schoothondjesgedrag van lummel maar dat maakt het niet minder erg.
LikeLike
Haha, ik begin van schrik ook tikfouten te maken.. We WETEN
En nu ga ik eten…
LikeLike
Leren
Als nieuwe moeder van een dochter van anderhalf hoor ik me soms, alsof het automatisch gaat, van die echte moeder-dingen zeggen. Toen ze laatst haar teen stootte, zei ik zonder erover na te denken: „Kusje?”
Ze keek me aan, boog zich voorover en gaf zichzelf een kus op haar voet. Ach ja, misschien is het maar beter om haar jong te leren dat je soms jezelf weer moet oppakken.
Rianne Roggema
Bas, lekker kort, daar hou ik van:
Bij de gekjes heeft DSR nog niet gereageerd (de opa en oma reacties laten we even voor wat het is).
Hier dan toch nog DSR zijn commentaar op het ikje (op de valreep want ik heb wat anders te doen):
DSR besluit dat weinig opzienbarende commentaar met faliekant de plank mis te slaan:
LikeLike
Ikje Leren: best leuk.
LikeLike
Indringend
Het is 1979. Nederland huisvest in een tot vesting omgebouwd congrescentrum in Noordwijkerhout de NAVO-top. Binnen interview ik als piepjonge VARA-radioverslaggever de secretaris-generaal. Die was niet gecharmeerd van mijn uiterlijk: lang haar, baard, spijkerpak en afgetrapte schoenen. Ook de voor die tijd vlegelachtige vraagstelling droeg niet bij aan de goede sfeer. Na afloop keek Joseph Luns me indringend aan. „Mag ik eens vragen: kruipt u nog veel?”
Bas Linders
Bas:
Bij de gekjes geen vermeldenswaardig commentaar maar wel een pawi op zoek…
Even de hulp van DALL·E ingeroepen en die kwam aan met drie saillante prentjes:
Derde afbeelding toont ondubbelzinnig aan dat AI hevig getraind wordt op inclusiviteit.
LikeLike